HEEMLAND 28 (kerst 2003)

 

Tegen de Amerikaanse hegemonie

 

Zoals elk jaar organiseerde de Vlaamse Delta-Stichting op 11 november in Antwerpen haar colloquium. In een sfeervolle zaal met veel hout werden de Vlaamse en Nederlandse bezoekers getrakteerd op een vijftal uiterst boeiende lezingen. Het onderwerp was deze keer de rol van de Verenigde Staten in de wereld. Uit in opdracht van de Europese Commissie in oktober 2003 uitgevoerd en begin november gepubliceerd onderzoek is gebleken dat 53 procent van de Europeanen de Verenigde Staten als een gevaar voor de wereldvrede beschouwen, een bijna net zo hoog percentage als voor Israël, de koploper op de lijst. In het onderzoek kwam tevens naar voren dat maar liefst 68 procent van de Europeanen de Amerikaanse oorlog tegen Irak niet gerechtvaardigd acht. Ook bij de Delta-Stichting is men weinig enthousiast over het militaire machtsvertoon van onze overzeese "bondgenoot", en betwijfelt men ten zeerste of het de Amerikaanse bedrijven en politici werkelijk alleen maar om vrijheid en democratie gaat.

Als eerste spreker stond Mark Grammens op het programma, sinds jaar en dag uitgever van het in Vlaanderen veel gelezen tweewekelijkse opinieblad "Journaal". Helaas was hij zelf onverwachts verhinderd, maar de lezing was gelukkig helemaal klaar en uitgeschreven, zodat een medewerkster van de Delta-Stichting de tekst kon voorlezen. De toon van de dag was daarmee gezet: op overtuigende wijze legde Grammens nog eens uit waarom de Amerikaanse agressie tegen een staat zoals Irak niet kan worden goedgepraat. Natuurlijk was Saddam Hoessein een man die zijn land met harde hand regeerde, maar zeker sinds het begin van de jaren negentig ging er van Irak geen serieuze bedreiging meer uit op de wereldvrede en massavernietigingswapens waren er niet. De Amerikanen en anderen met hen hebben de wereld daarover bovendien bewust voorgelogen, en de internationale rechtsregels aan hun laarzen lappend eigenhandig besloten om een militair uiterst zwak land met grof geweld onder de voet te lopen. In het door het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken verspreide tijdschrift "Internationale Samenwerking" kwam de vermaarde Israëlische krijgshistoricus Martin van Creveld onlangs tot een soortgelijke conclusie: "Die inval was trouwens ook helemaal niet nodig. Waarom moet een wereldkampioen boksen nu zo nodig in de ring een kind tot moes slaan ?"[1]  

Tweede en laatste spreker voor de middagpauze was de in Vlaanderen zeer bekende schrijver en oud-topverslaggever Miel Dekeyser, die zijn verhaal begon met enkele persoonlijke herinneringen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog in Leuven. Hij vroeg zich af waarom het enthousiasme waarmee hij en met hem vele andere Vlamingen de geallieerde soldaten een kleine zestig jaar geleden als bevrijders binnenhaalden, zo veel groter was dan dat van bijvoorbeeld de Irakezen anno 2003, nu de Amerikanen hen zijn komen "bevrijden". In het laatste boek van Dekeyser, "De globale sheriff - de nieuwe rol van Amerika thuis en in de wereld", dat werd uitgegeven voordat de op twijfelachtige wijze verkozen George W. Bush begin 2003 ook in Irak democratie ging brengen, staan met name de gebeurtenissen rond en gevolgen van 11 september 2001 centraal, en alles wat daarmee samenhangt. Op het Amerikaanse optreden in Afghanistan gaat hij uitvoerig in, maar de "preventieve" agressie tegen Irak kwam voor het zeer lezenswaardige boek net iets te laat. Dekeyser meent bij vrijwel elk Amerikaans ingrijpen een verdacht sterke olielucht te bespeuren.

De namiddag begon met een uitzetting van Alain de Benoist in het Frans. Deze belangrijke figuur uit wat men in Frankrijk "la Nouvelle Droite" noemt, oftewel "Nieuw Rechts", analyseerde haarfijn alle gebeurtenissen sinds het in elkaar zakken van de twee WTC-gebouwen, en plaatste de Amerikaanse politiek bovendien in een historisch kader, beginnend bij de breuk met Europa die aan de Verenigde Staten van Amerika ten grondslag ligt. De Benoist herhaalde nog eens dat mensen zoals George W. Bush en Ossama Ben Laden in wezen op precies dezelfde manier tegen de wereld aankijken: ze zijn ervan overtuigd zelf de absolute waarheid in pacht te hebben, te weten wat goed is voor de mensheid, en beschouwen iedereen die hun mening niet deelt als vijand. Voor zowel Bush als Ben Laden dienen andersdenkenden fysiek te worden vernietigd of anderszins te worden uitgeschakeld.

Na het betoog van De Benoist stelde de sympathieke Vlaamse hoogleraar internationale betrekkingen prof. dr. Yvan Vanden Berghe vast dat zijn voorganger reeds veel gras voor zijn voeten had weggemaaid, en ging vervolgens van start met een knap geïmproviseerd verhaal, doorspekt met een flinke dosis humor. Vanden Berghe plaatste enkele kanttekeningen bij de dankbaarheid die wij Europeanen zouden moeten betonen aan de Amerikanen voor het feit dat zij ons in de twintigste eeuw twee maal hebben "bevrijd". Onder meer wijzend op de veel grotere offers die zijn gebracht door de Russen, op het feit dat we beslist niet alleen door Amerikanen zijn bevrijd, en dat het ook indertijd al de Amerikaanse economische en militaire belangen waren die bij het nemen van beslissingen de doorslag gaven, acht hij een zekere dankbaarheid best op zijn plaats, maar moeten we daarmee niet overdrijven.

In tegenstelling tot wat doorgaans wordt beweerd, aldus de levendige hoogleraar, is de NAVO niet in het leven geroepen uit angst voor het "rode gevaar". Het was in de eerste plaats een middel voor de Amerikanen om een flinke militaire vinger in de pap te houden op het oude continent. Als de NAVO werkelijk alleen was opgericht om de landen in West-Europa te beschermen tegen de communisten, dan had de organisatie volgens Vanden Berghe in het begin van de jaren negentig kunnen worden opgedoekt. Uit het feit dat dit niet is gebeurd, kan worden afgeleid dat het bondgenootschap blijkbaar ook andere belangen dient. Gezien de manier waarop de Verenigde Staten omgaan met medelidstaten kan eigenlijk überhaupt niet meer van een bondgenootschap worden gesproken. De NAVO bestaat nog, aldus de Vlaamse wetenschapper, maar het bondgenootschap is niet meer.

Zoals gebruikelijk werd het colloquium afgesloten door Luc Pauwels, voorzitter van de Delta-Stichting en de man achter het overbekende tijdschrift "Tekos". Volgens Pauwels, die pleit voor een "dekolonisatie van Europa", lopen de belangen van de Verenigde Staten en Europa meer dan ooit tevoren uiteen. Zoals in eerdere lezingen reeds was benadrukt, tellen voor de Amerikanen uiteindelijk slechts de Amerikaanse belangen, en het zou een goede zaak zijn als de Europeanen op hun beurt eens iets meer oog kregen voor de Europese belangen. Volgens Pauwels is het wenselijk dat Europeanen zelf nadenken en beslissingen nemen in plaats van de Amerikanen dat voor hen te laten doen.

Uiteraard was op het negende colloquium van de Delta-Stichting geen sprake van primair anti-Amerikanisme. Wat door de vijf sprekers werd bekritiseerd, was hoofdzakelijk het buitenlandse beleid van de Amerikaanse regering, de heilloze manier waarop Bush en zijn medestanders menen problemen te kunnen oplossen. Meer dan eens werd benadrukt dat men de Amerikaanse regering en de Amerikaanse bevolking niet over een kam moet scheren. Het is opmerkelijk en jammer dat je in bepaalde kringen reeds als "links" wordt bestempeld wanneer je anno 2003 ook maar het minste vraagteken durft te zetten bij de Amerikaanse politiek of het bestaansrecht van de NAVO. Met "links" en "rechts" hebben dergelijke vragen immers bar weinig te maken. Het onderwerp voor het colloquium van volgend jaar staat nog niet vast, maar noteert u 11 november 2004 alvast in uw agenda! 


Dries Veldman

[1] "Geef oorlog een kans", vraaggesprek met Martin van Creveld in Internationale Samenwerking, november 2003: p.22-25.    

 

 

Terug naar Archief Heemland

terug naar Heemland 28, Globalisering en nationale identiteit

 

Naar hoofdbladzijde  Heemland

 

terug naar Heemland 28, Ten geleide

 

 

 

einde heemland 28

mailbox:  heemland@heemland.nl

 

 

naar Heemland 29, Ten geleide