HEEMLAND
26 (lente 2003)
Europa
en Nederland, bedreigd van binnenuit en van buitenaf
Amerikaans
christelijke geestdrijverij
De ultraliberale maatschappij, met haar altaar van economisme, kan bloeien op
het doorgeschoten individualisme, wat de centrale waarde is geworden in Amerika
en nu ook in Europa. De bijpassende ‘calvinistische’ ethiek is:
"vermeerder uw goederen op aarde, investeer, armoede is eigen
schuld" met als predestinerende boodschap dat succes op aarde een goede
afloop in het hiernamaals belooft (Notten). Hij vervolgt: "de waardeoriëntatie
die erbij hoort, is niet kwezelig, net zomin als de economie die zij dient:
competitie, efficiency, sociale uitsluiting, consumentisme, verpatsing van de
openbare ruimte. Niemand kan de economisering van het leven ontgaan, het privéleven
incluis."
Mark
Hertsgaard, Amerikaans schrijver wijt het nietsontziende najagen van rijkdom
door Amerikanen aan hun obsessief religieuze extremisme, het één versterkt het
ander. De ramp van elf september wordt door het regiem benut om het land op een
aanvalsoorlog op onwelgevallige regimes voor
te bereiden.
En
de kiezers laten dit hameren op oorlog in naam van ‘terrorismebestrijding’
gewoon gebeuren, in plaats van dat ze aan zichzelf denken, zich electoraal
hergroeperen en zich met vergelding wreken op de kapitalisten die hen recent
financiëel geslacht hebben (zoals Enron en WorldCom), en op de Amerikaanse
regeringen die dat toelieten.
Amerika
tegen Europa
Hoe in dit verband in Amerika, het land van de sociale kaalslag, onder toplieden
minachtend gedacht wordt over Europa leert ons de vroegere raadgever van
Clinton, de democratische liberaal Joe Klein: "De Europese Unie; dat
zijn 15 kleine, inteelt-samenlevingen met alle bijbehorende genetische
ellende: xenofobie, lethargie, woest harmonica-spel, ellende die uit inteelt
voortkomt, met het risico van irrelevantie in een wereld van grote
getallen."
Is
al dit nabootsen en najagen van wat Amerika doet en wat deze supermogendheid met
al haar machtsmiddelen over de wereld verspreidt, wat we in Europa en voor ons
zelf in Nederland willen ? Voegen we ons kwaadschiks naar die overmacht; of
zijn we het ermee eens, komt het voort uit goedschikse toegeving ? Met
"we" wordt hier bedoeld de Europese top van overheden en
bedrijfsleven, personen die aanzitten aan de European Round Table of Industrials.
Europa als een niet-eigenstandig, kapitalistisch aanhangsel van Amerika, Europa
als een dwarrelende economie, ‘een varkenscyclus’ waar het grote
bedrijfsleven de spelregels bepaalt, los van wat burgers willen, anders dan dat
ze het bedrijfsbeleid een beetje met hun koopvraag bepalen en bijsturen met het
afnemen van de geleverde producten. Maar zelfs forse prijsstijgingen kunnen de
kopende consumenten niet voorkomen, overgeleverd als ze nu eenmaal zijn aan de
wil van het kapitaal.
Waarheen
met Europa ?
Of
de bevolkingen achter dit alles staan, is nog een geheel andere zaak. Hiertoe
hadden op democratische wijze de beslissende stappen genomen behoren te worden.
Het zijn natuurlijk politieke vragen die ons politieke gezag aan ons had voor te
leggen en die beantwoord hadden moeten worden in een publiek discours rond
Europa in de landen zelf. Dat discours had vooraf en tijdens de processen
leidend tot de Europese Unie gevoerd moeten zijn. Gaat het de Europese top
inderdaad alleen maar om een Europa met gedienstige staten en staatjes ten
behoeve van een transnationaal bedrijfsleven, of is er nog een weg open naar een
Europa der Volkeren ?
Steeds
prangender wordt de vraag wat Europa gewone mensen nu eigenlijk gebracht heeft ?
Zijn er behalve voor het bedrijfsleven, met name het transnationale, dat er her
en der zeer wel bij vaart zoals ook steeds de bedoeling was bij opzet en
uitwerking van de Europese gemeenschappelijke markt die met de invoering van
de muntunie (EMU) weinig hindernissen meer kent, zijn er nu eigenlijk wel
financiële en sociaal-economische voordelen voor de gewone burgers in de
lidstaten van de EU ? En hoe zit het met de sociaal-culturele nationale waarden ?
Duur
Nederland in Europa
Laten we het eerst hebben over de materiële voordelen. Vooralsnog lijken die
gering behalve dat we door aanvoer van elders uit Europa gedurende het hele jaar
verse zomergroentes en fruit kunnen kopen en de Nederlandse tuinders zijn
overgestapt op luxe producten als bloemen en sierboompjes. Doch de Europese
muntunie was er niet echt voor nodig.
Voor
we het vergeten, het voordeel is wel dat we overal met dezelfde munt kunnen
betalen zonder geld wisselen en omrekenen, een voordeel dat immer breed is
uitgemeten in de propagandacampagnes over Europa. U kent wel de leus:
"Europa is van ons allemaal".
Maar
kent U goederen of diensten die er door de Europese economische eenwording goedkoper
op zijn geworden ? Het tegendeel is het geval gebleken. Ondanks alle
tegenbeweringen van officiële zijde klaagt bijna iedereen in dit land
tegenwoordig over het dure leven.
Zijn
de gemaakte producten dan misschien in het algemeen degelijker geworden ?
Dat is geenszins het geval. Aan steviger duurzaamheid van producten in het
gebruik, een gevolg dat men zou mogen verwachten bij een beleid dat zozeer zegt
miljeudoeleinden na te streven zoals ons sinds de zestiger jaren is
voorgehouden,
ontbreekt het ten ene male, ook bij ‘duurzame’ goederen als woningen,
meubels en voertuigen, tenzij er heel veel geld wordt neergeteld. De gepleegde
nieuwbouw is merendeels ver beneden de maten van degelijkheid zoals die voor
de oorlog golden en wordt opgetrokken in nare, kale bouwstijlen. En de
nagestreefde aantallen zijn niet gehaald. Schaarste en karigheid zijn troef.
De
materiële balans
De inkomens worden thans alom ervaren als ontoereikend, niet alleen onder de
minima maar evenzeer bij de modalen. Rond 185.000 huishoudens zitten vast in
de schulden. Terwijl men met z’n tweeën moet werken om te kunnen wonen en
leven, denkt ruim eenderde van de bevolking volgend jaar niet meer rond te
kunnen komen. Vaak worden spaarpotjes al aangesproken.
Op
overheidshulp wordt - blijkens enquêteonderzoek - niet gerekend
bij de middeninkomensgroepen. Bij de minima wordt wel steun verwacht
van de overheid; vanuit het verleden te verklaren. Hoe het er over een paar jaar
met de pensioenen voorstaat, kan nog niemand voorspellen; maar het gaat
rampzalig aflopen als verzekeringsmaatschappijen niet meer aan hun
contractuele verplichtingen kunnen voldoen, de pensioenen bevriezen of verlagen,
of zelfs fajiet gaan. Financieel en sociaal-economisch overheerst een zeer sombere
stemming die er met de matige bedrijfsuitkomsten, soms zelfs fiasco’s in het
bedrijfsleven, en met het even beroerde koersverloop op de financiële markten
niet beter op wordt.
De
materiële balans bij alle bezigheden van de gemeenschappelijke Europese markt
is voor het overgrote deel van de Nederlandse bevolking niet positief. Alle
officiële berichten over het feit dat het het merendeel van de bevolking zo
voor de wind gaat, ten spijt. De slechte resultaten zijn niet alleen af te
rekenen op die rauwe markt maar ook op het ‘paarse’ regeringsbeleid dat voor
veel groepen ook autochtone nederlanders gewoon bar was. Blij kan men er niet
van worden !
Veel
Nederlanders zijn door de opgedane ervaringen ernstig bezorgd geraakt over hun
geringe materiële zekerheid in dit land, ze vrezen de toekomst en vragen zich
af of het voor hun kinderen nog wel voldoende veilig toeven blijft in dit land.
De
sociaal-democratische leer herleidt alle maatschappelijke klachten graag tot
het basale sociaal-economische nivo (de materiële ‘onderbouw’). Indien het
materieel goed geregeld is voor de mensen, moeten ze niet mopperen. Doen ze dat
wel, dan zijn ze maar verwende, ondankbare onderdanen. Maar die verwennerij,
door hen verondersteld, is er zelfs niet.
De
geestelijke bovenbouw van Europa
Misschien zijn er evenwel andere, verhevener maatschappelijke zaken die wel in
positieve zin veranderd zijn. Dat kan voortvloeien uit het benaderen, mogelijk
bereiken van idealen of waarden die van verheven belang gevonden worden. Zelden
heeft men hierover meer de mond vol dan tegenwoordig; alle richtingen roepen om
normen-en-waarden-discussies.
Europa
zou thans bezig zijn zich van een economische gemeenschap te ontwikkelen tot een
‘waardengemeenschap’ die alle wezenlijk geachte, beproefde europese idealen
tezamen gebundeld als leidraad heeft. Maar het is al de vraag geworden of burgers
zich in Nederland langzamerhand nog wel kunnen identificeren, vereenzelvigen met
een abstract collectivum als de Nederlandse samenleving, of zij daaraan nog
enige gemeenschapszin kunnen ontlenen met hun medeburgers ? Paul Scheffer
stelde onlangs in een te Dordrecht gehouden lezing dat de nationale democratieën
al nagenoeg uitgeput geraakt zijn (1).
Diepe
verdeeldheid tussen autochtone lagen
Deze
publicist van PvdA-huize vindt – mijns inziens heel terecht -, dat
Nederland diep verdeeld geraakt is in enerzijds een - van de natie
onthechte, losgezongen – bovenlaag die zich ver verheven voelt boven
‘enge’ primordiale, instinctieve gevoelens van stam en heem, en anderzijds
een verzonken nederlandse onderlaag die zich vermeit in toegeworpen pret,
tevreden met het overschot dat de bovenlaag de horigen nog wel wil gunnen, door
haar smalend het ‘klootjesvolk’ genoemd dat niet tot de hogere salons toe te
laten is en dat niet over eigen toekomst mag beslissen.
Deze
horige laag is zich haar maatschappelijk geringe toestand, getuige haar
openlijke uitingen van verlatenheid bij ingrijpende gebeurtenissen zoals een
moord op Pim Fortuyn, ook veel meer dan voorheen bewust aan het worden. De wrok
en de woede zijn er, en ze zijn er niet om niets. Deswege vreest Scheffer dat
veel mensen ontvankelijk zullen worden voor wat hij noemt de ‘populistische
verleiding’.
De
duurzaamheid van de democratie zelf is hierdoor volgens hem in het geding.
Dan doelt hij wel op de door de bovenlaag gewenste, typisch marktliberale,
etnisch onverschillige staatsdemocratie met haar open grenzen voor
goederen en kapitaal én immigranten, in een mondialiserende wereld. Deze
staatse, liberale democratie raakt in het nauw als de populistische verleiding
de overhand krijgt, maar ook als de meerderheid zich niet meer in de
‘democratie’ van de bovenlaag herkennen kan, zich niet meer vertegenwoordigd
weet en zich er definitief vanaf wendt.
Elders
in Europa is deze geschetste sociaal-mentale verdeling niet veel anders.
Bovendien is er nog een veel heftiger tegenstelling, namelijk die tussen de
sociaal mindere autochtonie enerzijds en het front van allochtone groepen
anderzijds.
Europa
als beschermingslaag ?
Pas als de nationale democratieën in alle openheid weer levensvatbaar worden,
acht hij Europa als politieke gemeenschap haalbaar. Eerst moet deze
democratische herleving de hoogste voorrang hebben, voordat over voorstellen tot
een verdere verdieping van de Europese eenwording gedacht hoeft te worden.
Alleen volkeren (hij noemt ze woordmijdend ‘politieke gemeenschappen’) die
vertrouwen in zichzelf en zelfbewust zijn, staan open voor bovennationale
integratie.
Vanwege
de geschetste tweeledige - eigenlijk vanwege de omvangrijke
allochtone populaties drieledige - geestelijke onthechting met haar
algehele hyperindividualisering en het consumentisme moet institutioneel
Europa, wil het in deze geschiedkundige fase enige bijdrage willen leveren, vooral
ernaar streven om ervaren te worden als een soort ‘beschermingslaag’ voor
de betrokken natiestaten. Het is zeer de vraag of de hoge echelons van Europa,
naar wier uiteindelijke drijfveren het gissen is, of die daartoe bereid en in
staat zijn. Ligt zo’n taak wel in het verlengde van hun belangen ?
De
historie bevat een andere les
Met
de wordingsgeschiedenis van de Europese Unie voor ogen, primair een project ter
behartiging van de belangen van het transnationale bedrijfsleven, is dat
hoogst onaannemelijk. Uit de recente massale migraties naar Europa is
duidelijk geworden dat deze hoge echelons nooit enige scrupules hadden om Europa
te laten koloniseren door voor hen tijdelijk nuttige, goedkope arbeidskrachten
van buiten Europa en hiermee de ontvangende volksgemeenschappen voor de kosten
en lasten lieten opdraven.
Hebben
zij dus niet veel meer belang bij zo veel mogelijk verbrokkeling van volkeren in
onbetekenende staten die slechts de onderdanen in het gareel hebben te houden om
hun afzetmarkten te dienen ?
Er
zou waarlijk een omslag in hun denken moeten plaats grijpen om zich te gaan
bekommeren over zoiets als het bescherming gaan bieden aan het geheel der
natiestaten van Europa. Als ze dat al zouden willen, zou het concept van Europa
als waardengemeenschap hen dan redenen geven om bepaalde grenzen aan Europa te
stellen en hiermede ongewenste landen en culturen buiten de Europese Unie te
houden ? Is iets dergelijks niet volkomen strijdig met hun mercantiele
expansiedrift ? Zo’n afbakening lijkt voor hen zonder reden.
Hiertoe
zal dan toch nodig zijn dat de politiek weer een veel grotere zeggenschap krijgt
over de markt, volledig omgekeerd aan wat gebeurd is ?
Hoe
komt het gezag terug bij de politiek ?
En
dan zal toch ook de nationale staat wat betreft zijn bevoegdheden en zijn
belangrijkheid voor de eigen bevolking veel verloren terrein moeten zien terug
te winnen op Europa.
Ter
behartiging van de materiële en cultureel-geestelijke belangen van de gewone
burgerijen in hun landen wordt nu dus, eind 2002 door links-liberalen en
socialisten als een Scheffer nog als haalbaar verondersteld dat er sociale
veranderingen plaats kunnen grijpen die helemaal tegengesteld zijn aan de
ontwikkelingen in de laatste decennia. Dat, om alsnog hun geliefde open
liberale democratie te redden en de populistische verleiding de kop in te
drukken.
Maar
zij zelf hebben aan die ontwikkelingen naar een harde, grenzeloze,
kapitalistische maatschappelijke ordening die ‘vrij’ en ‘open’ heet,
volop meegewerkt ! De burgerijen werden keer op keer met een
voldongen-feiten-politiek opgescheept, waar ze niets tegen in mochten brengen.
Hadden
de politieke elites dan niet veel eerder tot deze inzichten moeten komen en er
politiek naar moeten handelen ? In alle opzichten: materieel, crimineel,
cultureel en ideëel hebben nationale staten zelf, belichaamd in hun politieke
elites, en de eurocratie van Europa grote gedeelten van hun onderdanen in de
kou gezet. Deze staten verwaarloosden de algehele veiligheid en zekerheid van
hun eigen volkeren schromelijk. Zonder een grondige toekomstvisie op de vragen
omtrent onzekerheid en onveiligheid, op de mogelijke bescherming die de
overheid nog wil en kan bieden, kan de gevestigde politiek niet in rustiger
vaarwater komen (5).
Of
de betreffende volkeren bij zo’n herstel van de oude politieke kaste baat
hebben, is nog eens een heel ander verhaal.
Guur
Nederland in Europa
Hierboven is al een aantal keren naar de grote demografische verschuivingen in
Europa verwezen. De geestelijke, culturele aanslagen die hiermee op de
oorspronkelijke bevolkingen gepleegd werden, zijn bepaald niet te onderschatten.
En ze zullen heel lang nadreunen. Die onderschatting gebeurde wel en is er heden
ten dage nog steeds.
Sociaal-democraten
denken graag alleen in macro-economische termen, een domme versimpeling van de
werkelijkheid. Onderdanen zijn wezenlijk net zulke mensen als de mensen uit de
bovenlaag, ze hebben ook hun gedachtes en gevoelens, hebben behoefte aan
veiligheid, geborgenheid en zekerheid: niet alleen materieel maar net zo goed
cultureel geestelijk, willen ergens bij behoren en als volwaardig worden
aangezien, erkend worden.
In
de zeventiger en tachtiger jaren hadden de oorspronkelijke inwoners van de
binnenstadswijken en van naoorlogse buitenwijken met betaalbare woningen het
te ontgelden. De vaak ellendige toestanden waarin ze verzeild raakten door de
alloculturele overwoekering van hun buurten, en de hiermee verbonden
vraagstukken die voor hen onoplosbaar werden, hadden ze willen bespreken met de
bestuurders van hun wijken, met verhuurders en woningcorporaties zonder
bedonderd te worden. Luisteren en begrijpen gebeurde nauwelijks, en ‘de
politiek’ taalde al helemaal niet naar opkomen voor hun belangen. Hun verhaal
werd weggezet als voortkomend uit kwalijke vooroordelen, ja: zelfs als bot
verachtelijk racisme. Opgeroepen werd meer ‘tolerant’ te zijn, dan volgde
vermaan en tenslotte zonodig strafvervolging en berechting.
Om
te opstandige elementen de kop in te drukken tiert voor de gelegenheid nieuwe
wetgeving en jurisprudentie. Het establishment wil helemaal geen begrip voor hen
en hun grieven opbrengen.
De
autochtone vlucht
De
overwoekering en onderdrukking door andere vreemde culturen werd toen
onverminderd voortgezet. De regering ging over tot het stelselmatig sterk
verhogen van de huren leidend tot ‘doorstroming’ zodat voor binnenkomende
immigranten huisvesting vrijkwam welke ter beschikking te stellen was middels
de huursubsidiëring.
Autochtoon
Nederland is massaal uit de oude wijken en uit de naoorlogse, overigens zeer
lelijke flatwijken gepest, weggejaagd onder allochtone bedreigingen. De uittocht
werd versterkt met de volle inzet van de eigen overheid door het wettelijk
jaarlijks opschroeven van de huren zodat wie niet meer voor huursubsidie in
aanmerking kwam, wel van alle onrecht dat hem werd aangedaan mede door deze
financiële selectie, weg moest vluchten. In het overheidsjargon heette dit
valselijk ‘bestrijding van scheefwonen’ in plaats van uitdrijving.
Men
zou verwachten dat zo’n wandaad tegen huurders nooit meer wordt begaan; wie
schets de verbijstering dat zulke plannen opnieuw voorgesteld zijn zoals door
een LPF met z’n vastgoedlobby of door een PvdA met als misselijke
rechtvaardiging
dat gewone huurders te weinig van hun inkomens zouden verwonen in vergelijking
met gesubsidieerden wat sterk te betwijfelen is.
Het
hele gebeuren, de begeleidende criminalisering en marginalisering van hele
stadsgebieden,
de islamisering, de overname van het winkelbestand door etnische ondernemers,
het afschaffen van vakbekwaamheidseisen om de immigranten maar tegemoet te
komen, de overname van kerken en club- en buurthuizen, de voorrangs- en
voorkeursbehandelingen, de wijzigingen in het strafrecht om autochtoon
verzet de kop in te drukken, het mag allemaal overbekend verondersteld worden.
De
repressie verergert de culturele balans
Maar het gesprek over Nederland gaat al jaar en dag nooit meer over het
nederlandse volk, maar wel volledig en in alle toonaarden over de vreemde,
allochtone bevolking. Werkelijk alles en iedereen moest voor deze openstaan.
Integreren betekende dat Nederland zich in een klimaat van "weg-met-ons"
maar had aan te passen aan de als zielig, arm of heel belangwekkend
afgeschilderde binnenkomers.
Ja, soms ging het nog over het volkse Nederland zelf, maar dan in zeer misprijzende zin om die ‘foute’ mensen "met hun onderbuiksgevoelens" de mond te snoeren, liefst in de kerker te stoppen. De toegepaste repressie, publiek en privaat, is in Nederland vergelijkbaar aan de behandeling die na de oorlog ooit collaborateurs, landverraders en leden en sympathisanten van de voormalige NSB te verduren hadden. Door de aangepakte nederlanders met deze ‘fouten’ van vroeger over een kam te scheren, door ze af te schilderen als fout en extreem-rechts was de demonisering volstrekt.
De
blinde vlek voor eigen land en volk
Het
aan dit gehele gure gebeuren ten grondslag liggende, afschuwelijke denkstelsel
van geborneerd, naoorlogs politiek links, (ook overigens van rechts !, maar
dan wat minder uitgesproken omdat het liberalisme als politieke richting
minder last heeft van gevoel voor enig collectief gebrek daar zijn aanhangers
- als individualistische, materialistische gearriveerden of allang
gesettelden - niet op willen komen voor een groter geheel dan het eigen
belang), dat xenofiele, antinationale wereldbeeld speelt links als politieke
beweging jammer genoeg pas nu soms goed parten.
Dat
was op 15 mei 2003. Bij de jongste verkiezingen heeft ze wel meer allochtone
kiezers gewonnen, maar de autochtone kiezers die de PvdA van oudsher rekent tot
haar ‘traditionele achterban’ omdat ze bedrieglijk beweert in sociaal
opzicht voor hen op te komen, keerden maar mondjesmaat terug.
Een
Paul Scheffer is één der weinige bekendere politieke
denkers die zich hiervan terdege bewust is en hiervoor herhaaldelijk
waarschuwde vanaf eind tachtiger jaren, tevergeefs weliswaar. Nooit heeft de
linkse elite zich hieraan iets gelegen laten liggen, maar ze ging door met haar
stompzinnige moralistische gepraat met telkens het holocaustverhaal als
ijkpunt in haar verheven geachte, als ideaal beschouwde politieke denken.
De
culturele balans is alles bijeengenomen voor ‘het eigen volk’ zonder meer
uitzonderlijk negatief. Er heeft vanwege de linkse kerk, gesteund door de
christelijke kerken, vanaf de zeventiger jaren een gure geestelijke repressie
over Nederland geheerst.
Eurocratie
tegen de populistische verleiding
Tot voor kort was de ongekende repressieve guurte die Nederland trof, in de rest
van Europa niet zo bekend. Wel natuurlijk het gure sociaal-culturele klimaat als
gevolg van de alloculturele overwoekering op zichzelf. Vreemd is dat nu ook
in Duitsland en België deze beschreven gure elitair-repressieve wind tegen het
eigen volk is opgestoken.
Het
lijkt niet misplaatst om daar de hand in te zien van de hogere echelons in
Europa, dezelfde die Europa zo gemakkelijk uitgeleverd hebben aan het
anglo-amerikaanse kapitalisme. Al eerder, eind tachtiger jaren waren er
berichten
dat het Europese bedrijfsleven zich grote zorgen maakte over de opkomst van het
door het establishment zo genoemde "extreem-rechts" in Europa. Later
verflauwde enige tijd deze openlijk geuite bezorgdheid, waarschijnlijk doordat
de repressie geslaagd verlopen was.
Bovendien
wist het echte extreem-rechts of hard-rechts, hoe je het ook noemen wilt, met
een Berlusconi en soortgelijke figuren, die sociaal-economisch ultraliberaal
zijn, politiek nationaal- of regionaalgezinde, populistische bewegingen de pas
af te snijden.
Elite
demoniseert anderen bij het minste ‘onraad’
Voor
de Europese elite blijkt telkens dat het dreigende gevaar voor haar van de
populistische verleiding bezworen kan worden door middel van het weer op laten
steken van
de repressieve, gure wind.
Hevig
wordt ingezet op repressie wanneer - zoals in België met het Vlaams Blok of
somtijds van een NPD in Duitsland - een heuse doorbraak van
rechts-populisme verwacht wordt en toegang tot de politieke macht van
voorgangers ervan niet op voorhand nog op een enigszins betamelijk wijze uit te
sluiten is.
Bij
de opkomst van Fortuyn leek voor Nederland even de guurte weer op volle kracht
gebracht te worden. Maar het ‘gevaar’ bleek van uiterst korte duur, dus
luwde nadien de repressie. Er geschiedde een velen goedgelegen politieke moord
op deze leider, opgewekt door het aangewakkerde barre demoniseringsklimaat. De
in zijn kielzog gekozen schare parlementsleden bleken zich rap te laten kennen
als een rechtse-ballen-tent zodat we ook in Nederland nu een ultraliberale,
hard-rechtse partij rijker zijn.
Toch,
als we links-liberalen moeten geloven, zou er nu in Nederland een geest van
verruwing met een onbeschofte houding in het publieke debat rondwaren, die - zo
vinden zij - hen nopen om een "beschavingsoffensief" te openen !
Hun politiek-correcte censuur willen zij kennelijk snel herstellen waartoe ze
elke kans benutten zoals in kleinzielige debatten met de LPF, zelfs nu het
populistische 'gevaar' voor hen al geweken is.
Wat
stelt een waardengemeenschap voor ?
Sprak de Gaulle nog van een "l'Europe des Patries" een ‘Europa der
vaderlanden’. Die spreuk is nu verstomd en vervangen door "Europa als
waardengemeenschap".(6). Door christelijken en conservatieven wordt Europa
soms gezien als ‘christelijk beschavingsoffensief’, door liberalen van
links en rechts als een beschavingsproject der ‘moderniteit’.
Deze
beide zeer verschillende invullingen voor Europa door de drie politieke
hoofdstromingen van gisteren (conservatieven, liberalisten en socialisten) geven
al de diepe verdeeldheid aan waartoe plaatsing van Europa als "waardengemeenschap"
zou leiden.
Het
zal al moeilijk genoeg worden om deze beide waardenstelsels met elkaar te
verzoenen en ineen te voegen.
Het
eerdere begrip van het "Europa der volkeren" is al bijna verlaten daar
het teveel verwees naar het woord ‘volk’, naar de door het grootkapitaal en
de liberale elites gehate gemeenschapsgedachte. Gemeenschapszin op grond van
volksgenootschapsbanden staat volgens hun politieke geloof haaks op onze moderne
westerse beschaving. Zulk een primordiale opvatting zou een beletsel zijn voor
de nagestreefde ‘ideale’ multiculturele, pluralistische samenlevingen van
vandaag.
Innerlijke
tegenstrijdigheden
Het normatieve mensbeeld onder het huidige kapitalisme is bij ‘liberalen’
idealiter de vrijzinnige, individualistische mens die doordrenkt is van de
Verlichtingsidealen en de eruit ontstane filosofie der moderniteit, maar die
bovendien sterk gericht is op particuliere voordelen.
De
idealen dienen de economische, berekenende mens. ‘Christelijken’ vervangen
hierbij de Verlichting door de Bijbel. De christelijk-calvinistische
streefzucht
verenigt zich met de materiële hebzucht die eigen is aan het kapitalisme.
(2,3). Spijtig voorwie, of hij nu christen of heiden is, niet zo denkt en voelt.
We
leven nu ruim twee eeuwen na de Franse revolutie die – naast haar aanzet tot
westerse democratiseringsprocessen door selectief eenzijdige
toepassingen van haar idealen vooral valse utopia als nooit tevoren baarde.
Waarom dan dit illusoire streven om een bovennationale unie te willen schragen
op deze abstracte denkbeelden en niet op iets wat voelbaar is en doorleefd
wordt ? Men kan - zelfs al zou men het willen - toch niet alle
bestuurders, laat staan burgers laten onderzoeken op hun waarachtigheid in
het belijden van bepaalde, door het gezag gewenste ideeën ?
Bovendien
mogen islamieten vanuit hun geloof om tactische redenen liegen. En welke
instantie zou de juiste geestesgesteldheid dan wel moeten onderzoeken ? Die
moet wel begiftigd zijn met bovenaardse eigenschappen !
Van
‘gedachtenpolities’ om correctheid te toetsen hebben we nu toch
langzamerhand wel onze bekomst gehad ? Het is met name deze inquisitie die
telkens weer tot imperiale ontsporingen leidde (jacobinisme, stalinisme, nazisme
en vandaag de dag het politiek-economische ultraliberalisme).
De Europese ongerijmdheid
Door
zo’n Europese unie te willen grondvesten op en tevens te beperken tot zoiets
abstracts als die geestelijke waarde wordt deze unie tegelijk onbegrensd: zonder
beperkingen voorwie zegt door onderschrijving ervan tot de unie te willen worden
toegelaten, zowel individueel als collectief (landen). Wat stelt dat aan maffe
voorwaarde voor ?
Zo’n
tegenstrijdig wensconcept betreffende Europa vormt een reusachtige bedreiging
voor de oude landen met hun inwoners die indertijd met de unie begonnen. Het is
tevens van de zotte om te denken dat als nieuwkomers maar een eed op westerse
waarden afleggen, ze anders, dat wil zeggen geïdealiseerd ‘westers’ zouden
willen denken en handelen en als volmaakte liberale burgers, groepen en landen
met elkaar zouden verkeren in de net zo volmaakt veronderstelde multiculturele,
pluralistische Europese ruimte.
Europa
wordt binnengestormd door weinig zachtzinnige horden allochtonen die
allerminst bereid zijn hun geloof, hun gewoonten, hun stamgevoelens, hun
talen, hun ja - wat al niet - op te gaan geven; voor wat ?,
voor een filosofische mythe ?
En
willen wijzelf wel onze talen, onze cultuur, onze gewoonten en zeden, onze
geloven, ja …. onze landen opgeven ?
Massale
immigratie, ontheemding en verdringing zijn rampzalige gebeurtenissen voor de
volkeren in de ontvangende landen die ermee te maken krijgen. Het zou dan ook
door het gezag met alle macht en kracht op legale wijze gekeerd dienen te worden
in plaats van datgene wat nu vanwege de gevestigde orde al enige tientallen
jaren lang aan het gebeuren is.
Laten
we onzinnigheden overboord zetten: een Europa als bovennationale gemeenschap van
uitdrukkelijk aangeduide volkeren is al moeilijk genoeg !
Liberaal
staatsrecht beschermt niet
Enkele voorbeelden van deze grondige bedreiging, van niet wezenlijk willen
aanpassen, van afhouden van en zelfs vijandige afkeer met betrekking tot de
eigen aard van in ons geval Nederland, laat ik ter toelichting volgen.
Nederlanders
die naar de emigratielanden van na WO II gingen, assimileerden volledig.
"Er is een groot verschil van deze Nederlanders in den vreemde met
Turken in Europa. Nederlandse Amerikanen heb ik in Amerika niet ontmoet, wel
Nederlanders die Amerikaan waren gewórden". Hun (collectieve)
identiteit
hadden ze afgelegd. "Maar voor Turken blijft de culturele achtergrond
altijd heel belangrijk”.
“Onze
identiteit willen wij, Turken, niet kwijt, in onze afkomst liggen onze wortels.
Turkse mensen moeten integreren in jullie samenleving maar nooit assimileren.
Dat vinden we zelfs onacceptabel. Zo zit mijn volk nu eenmaal in elkaar.",
aldus Aydan Karahan, let wel de ambassadeur van Turkije in Nederland.(7).
Een
nog huiveringwekkender voorbeeld van disloyaliteit tegenover de nieuwe
Europese omgeving is de oprichting van afdelingen van de militante Arabisch
Europese Liga (AEL) onder leiding van Jahjah, met gezegdes van "inzet
voor de onderdrukte moslims", "in ‘onze buurten’ heersen
onze gewoontes en onze taal". Niks geen integratie, maar Arabisch als
een officiële landstaal in landen als België en Nederland.
Er
wordt niet gevraagd maar geëist. Bij kritiek wordt verwezen naar hun rechten op
grond van de wetten van de liberale rechtsstaat.
De
‘botsing der beschavingen’ is binnen West- en Zuid-Europa volop los
gebarsten. In Antwerpen loopt al een aparte etnische militie achter de Vlaamse
politie aan om in de ‘allochtonenbuurten’ de politieagenten te
‘controleren’ op vormen van vermeende discriminatie.(8).
Volkenrechtelijk
statuut noodzakelijk
Er
ontstaan dus grote koloniën etnische gemeenschappen over geheel Europa die voor
hun genoten, naast het staatsburgerschap van één of ander Europees land waar
zeer veel rechten aan ontleend worden, nog een veel dieper beleefde, etnische
saamhorigheid hebben én onderling én met hun moederland, gemeenschappen van
trouw en steun met voor haar leden bovendien vaak het inbegrepen bezit van de
nationaliteit van het moederland.
Van
beide collectieven, volks én staats, mogen de leden hulp verwachten,
individueel en collectief. Bovendien streven ze, getuige de AEL, naar aparte
milities, culturele faciliteiten, privileges en autonome bevoegdheden !;
liefst mede door alle overige burgers van de landen waar ze wonen, via de
staatskassen te financieren.
Dat
is wel even wat anders dan bij Nederlanders in Europa zelf en in den vreemde !
Wat stelt de Nederlandse staatshulp voor Nederlanders in het buitenland
eigenlijk voor ? Dat is pas sociale en juridische ongelijkheid van de
bovenste plank binnen Europa ! Hoezo dan nog Europa als beschermingslaag ?
Hoezo te verafschuwen populistische verleiding bij de oorspronkelijk inheemse
europese kiezers ? Europeanen kunnen nergens heen als het mis gaat, maar
de anderen ? Waarom moet Europa uitgeleverd worden, waarom wordt Europa
verweten een fort te zijn ? Wie beschermt de eigen volkeren van Europa ?:
Niet het Europa der Instituties, of de - van de natie los gezongen -
kosmopolitische gezagsdragers, of de vaderlandsloze grootbezitters en
bedrijfsmagnaten
in de Europese staten !
Voor
Europa is een binnen-europees, inheems-solidair, volkenrechtelijk statuut hard
nodig zowel wegens de kolonisaties als om de gevaren bij verdere uitbreiding van
de EU met bij voorbeeld Turkije !
Slotsom
Op
de vragen van wat heeft Europa gewone mensen nu eigenlijk gebracht en wat nu
verder met Europa, levert de eerste vraag die in dit artikel uitvoerig aan de
orde geweest is, voor Nederland als antwoord op: bitter weinig. Voor veel,
misschien wel de meeste nederlanders is de balans, én materieel én cultureel,
bijzonder negatief. Voor de laatste vraag over de verdere gang is de
beschermingsvoorwaarde voor de eigen volkeren nog niet eens vervuld. Er is dus
werk aan de winkel.
Mart
Giesen
17 november 2002
Mart
Giesen, 17 november 2002
Geraadpleegde literatuur bij het artikel "Europa en Nederland, bedreigd":
1.
Paul Scheffer "Crisis in de Europese democratie, De populistische
verleiding." tweede deel van de Johan de Wittlezing te Dordrecht van 17 oct
’02
2.
Ton Notten "Niet moraliseren maar aan de slag" in NRC van 26
oct ’02
3.
Marc Chavannes "Jacht op geld maakt ons zo religieus",
interview met Hertsgaard in NRC van 7 sep ’02
4.
Ben Knapen "Op zoek naar regie in zorgelijke tijden" in NRC van
27 oct ’02
5.
Marcel ten Hooven "Waarheen vlucht de ongeduldige burger?" in
Trouw van 19 oct ’02
6.
Paul de Hen "En nu Turkije" in Elsevier van 9 nov ’02
7.
Charles Sanders "Het komt wel goed met onze Turken" interview
met Karahan in de Telegraaf van 24 aug ’02
8.
Gemma Buters "Migrantenleider België gooit olie op het vuur"
in Telegraaf van 2 nov ’02
9.
A. van den Bos, J. de Haas "Militante moslims strijken hier neer,
AEL strijdt tegen joden en integratie" in de Telegraaf van 16 nov ’02
terug naar hoofdbladzijde Heemland
naar Heemland 26, Een paniekerige Europese kreet voor immigratie