Heemland 25 (kerst 2002)

 

Partijpolitieke warboel

Eind 2002 in het zicht van nieuwe parlementsverkiezingen weet menigeen niet meer wat zij of hij nu nog kan stemmen wat enigermate strookt met zijn opvattingen en belangen. Sociaal-economisch is door wegschuiven van andere geluiden de partijpolitiek zozeer kunstmatig gepolariseerd tussen een rechts en een links kamp dat de meesten wier mening of nering niet tot één van beide kampen behoort, letterlijk tussen wal en schip vallen. Mensen met een ‘rechtse’, zeg maar conservatieve sociaal-culturele overtuiging zien, als ze modale, niet-gegoede kiezers zijn, hun sociaal-financiële belangen aldoor bar slecht behartigd: links stapt alleen in het krijt voor de laagste, meestal allochtone landgenoten en rechts heeft in beginsel lak aan socialistische subsidiepolitiek maar doet wel voor links juist dit soort toegevingen die altijd weer volledig ten koste gaan van de overgebleven financiële ruimte voor de huishoudens in de middenmoot.

Neigt rechts al - zoals een CDA - naar een socialere of - zo men wil - meer solidaire politiek dan wordt ook die meteen socialistisch in haar praktische uitwerking (zie de voorgestelde zorgsubsidiëring bij het komende nieuwe zorgstelsel, de aanpak van de zogenaamde armoedeval middels subsidieverfijningen, de inkomensafhankelijke kortingen voor grote gezinnen en dergelijke). Solidaire politiek ontaardt hiermee, anders dan onder de regelingen van de vroegere verzorgingsstaat (het bovenminimale zekerheidsstelsel), rechtsstreeks in socialistische inkomenspolitiek voor de laagste groepen. Wat christenpolitici ‘sociaal’ noemen, is socialistisch, vandaar dat ze zo makkelijk met socialisten samenwerken. Hiervoor betalen de middenlagen de rekeningen via hoge belastingen en tarieven. Er is voor hen geen mogelijkheid tot ontwijken, of rechts nu aan het bewind is of links.

Zelfs in uiterst belangrijke overlegstructuren zoals bij het jaarlijkse huuroverleg tussen overheid, woningcorporaties, particuliere verhuurders en als enige toegelaten vertegenwoordiger van huurders de Woonbond (deze laatste is een puur socialistische organisatie voor huursubsidieontvangers en minima), of bij het sociaal overleg tussen overheid en sociale partners zijn er hierin geen instellingen die hun belangen nou eens goed weten te vertegenwoordigen. Deze burgers worden - als van-huis-uit ongeörganiseerden - niet als belanghebbenden erkend en niemand voelt zich geroepen om als zaakwaarnemer voor hen op te treden. Dit laatste zou bij uitstek moeten gebeuren door de overheidsvertegenwoordigers die voor het algemeen belang zouden moeten staan. Die zijn er niet slechts om te bemiddelen tussen de groepen met gepolariseerde belangen, het beruchte ‘polderen’, maar ook voor de niet-vertegenwoordigden die er wel tot-en-met sociaal-financieel bij betrokken zijn.

Het kloterige is dat de zogenaamde uitersten (zoals werkgevers en verhuurders tegenover vakbonden en een Woonbond) zich meestal onder bemiddelend toezicht van diezelfde overheid plegen te verzoenen ten nadele van de overige, ongeraadpleegde en dus monddood gemaakte betrokkenen die bij conflicten het smeergeld dat de ‘rechtse’ belangengroepen dan aan de ‘linkse’ beloven, mogen betalen om die linksen tevreden te stellen. Het uitschakelen bij de besluitvorming van burgers door het zogenoemde ‘middenveld’ dat als zuilen over deze burgers meent te mogen beslissen, was dé grote ergernis van Pim Fortuyn.(1).

Het is dus helemaal niet verwonderlijk dat, mede door de gevolgen van dit jarenlange fnuikende overlegregiem (het poldermodel), heel wat nederlanders zich vertwijfeld van ‘de politiek’ afwenden; ze weten bij voorbaat dat ze voortdurend gepakt gaan worden, linksom of rechtsom. Vandaar ook dat vandaag de dag bij opiniepeiligen vreemdsoortige wendingen bij groepen kiezers voorkomen van (ultra)rechts naar (ultra)links en terug. Links en rechts zijn in de huidige neoliberale maatschappij slechts keerzijden van dezelfde kapitalistische medaille geworden. Links staat voor de onderlaag en rechts voor de bovenlaag; de rest heeft het nakijken. Links is vooral voor de minima, voor de allochtonen, voor Nederland immigratieland en woonland voor alle verdrukten ter wereld en dus tegen de gewone autochtonie. Rechts is vooral voor de bovenlaag, voor de handige jongens, de handelslui, de mensen die gevoel hebben voor datgene wat gewin oplevert, voor Nederland distributieland en bouwplaats, voor besteding van veel geld voor streng optreden maar wel op kosten van de middenmoot en dus eveneens tegen de gewone inheemse bevolking.

Tevens is er al decennia lang bij partijen met een linkse, liberale of kerkelijke sinjatuur de slechte gewoonte om, koste wat het kost, hun verzuild-partijdige ethiek hooghartig boven alles te stellen en door te drukken in plaats van zich dienstbaar te maken voor het algemene belang van de nederlandse samenleving. De gedachte dat ze zich hiervoor moeten inzetten, blijkt hun al wezensvreemd geworden want wat stelt voor hen die samenleving nog voor, behalve een geätomiseerd "de samenleving, dat ben jij" ? Met deze uitspraak erkent de gevestigde orde zich aan haar plichten hiervoor te onttrekken. Die samenleving waarin we horen van joden over "onze joodse mensen en de joodse gemeenschap", van de ‘neutrale’ overheid over gesprekken met "de allochtone en islamitische gemeenschappen" en van zakenlui dat "als het goed gaat met het ondernemerschap, het met heel Nederland wel goed gaat.", maar publiekelijk nergens over de eigenvolkse ‘nederlandse gemeenschap’ die geloochend blijft. Een land waarin groepsbelangen aldoor het landsbeleid bepaald hebben en voor algemeen belang geen plaats was. Nu ‘zweeft’, na zoveel jaren dit alles voor zoete koek gepikt te hebben, de helft van de kiezers in haar stemgedrag. Logisch, vanwege het gebrek aan echte keus. De burgers zijn tot droefenis van de politieke kaste mondig geworden.

‘Te mondig’ vindt deze elite, en al veel te lang calculerend. Ze verwijt de burgerij individualisme, secularisering, onkerkelijkheid, doorgeslagen democratisering, losbandigheid, onfatsoen en wat al niet. Ja, zelfs privatisering en globalisering zouden in plaats van dankbaarheid voor ruim aanbod maar burgerlijk wangedrag hebben voortgebracht ! In de visie die Job Cohen, burgemeester van Amsterdam erop nahoudt, heeft de burger de negatieve gevolgen hiervan maar te slikken. Deze regent zegt: "privatisering betekent dat consumenten hun greep verliezen op instellingen die niet tot dienstverlening gedwongen kunnen worden en die bij klachten 'niet thuis geven'. Globalisering betekent vernietiging van lokale tradities en vertrouwde eigen cultuur".(3). Hij verwijt de burger dus conservatisme en dwingelandij, terwijl de verwijten juist omgekeerd te maken zijn naar een overheid toe die gemeenschapsbezit verkoopt, wegtrekt uit het publieke domein en onbelemmerd belastingen heft, en steeds minder voorzieningen te bieden heeft, en naar klant-onvriendelijke, dure nutsbedrijven. Al met al weten die burgers nu wel dat de ‘oude’ politieke partijen niet voor hun idealen, waarden en belangen zullen opkomen, dat is het gegeven vanuit jarenlange ervaring met ‘paars’ en christelijk regeerbeleid. Vandaar ook bij hen de belangstelling voor een nieuw politiek geluid.

Vol aandacht wordt door veel kiezers thans een socialistische SP bekeken omdat die altijd oppositie gevoerd heeft en nooit regeerde. Soms lijkt deze partij in haar stellingname een verademing: tegen waanzinnige oorlogen, tegen stelselmatige huurverhogingen, tegen de privatisering en liberalisering van de nutssectoren. Maar ze is, indien verder gekeken wordt, op de echt linkse punten en op de praktische uitvoering ervan extreem-links: opvoeren van het subsidie-socialisme voor de onderkant, grenzen wagenwijd open, hoge belastingen, afwentelen van alle kosten op de middenlagen en de vatbare bovenlaag. Ze wil extreem nivelleren ten koste van de middengroepen. En tegenwoordig na haar bekering tot het multiculturalisme is de partij ook nog voor een volstrekte dooreenmenging van de gehele bevolking van Nederland door ongebreidelde vergoedingen (bv. door aanpassing van de huursubsidiëringswet) middels inkomensafhankelijke regelingen voor arme, liefst allochtone mensen om waar dan ook te wonen en werken. Gedwongen spreiding van allochtonen naar autochtone wijken en dorpen uit naam van de heilsleer van de geïntegreerde multiculturele samenleving ! Wie in het verleden hiervoor gevlucht is, veel ellende heeft doorstaan en kosten heeft moeten maken, blijft achtervolgd tot vrijwel alles in dit land genivelleerde multiëtnische cul is. Er blijven natuurlijk uitzonderingen bestaan op dit sombere toekomstscenario: dat zijn de beveiligde wijken, misschien wel hele beschermde gebieden, voor de gepriviligeerde bovenlaag.

Ik denk dat dit socialistische, multiculturele vooruitzicht wel het allerlaatste is waar de kiezer die op 15 mei nog op de LPF stemde, op zit te wachten. Voor die kiezer is het nu echt opletten ! Uit wat de LPF en de regering Balkenende tot dusverre heeft laten zien, kan deze burger geen moed putten. Eerste daad was de goedkeuring van de aanschaf van de JSF met een miljardencontract dat de rijksbegroting onder sterke druk zet over een te voorziene lange tijd van economische recessie. De lastenverzwaringen wegens de recessie op te leggen middels belastingen bij burgers worden hiermee nodeloos vergroot. Met LPF-staatssecretaris Van Eijck leek even de kerstboom van Vermeend afgetuigd te gaan worden: de fiscale cadeautjes voor gefortuneerden met wat extra geld om te investeren in sociaal-cultureel-ethisch-groene beleggingen en zogenaamd durfkapitaal leken geschrapt te zullen worden zoals ook de fiscale faciliteiten voor vastgoedbeleggers. Een alom toegejuicht voornemen tot fiscale schoonmaak dat echter per kerende post door meerderheden in de Tweede Kamer waaronder de eigen LPF ongedaan gemaakt wordt. De rekening van het bevoordelen van beleggers in de vastgoedsector wordt met ‘dank’ aan Ed Maas, voorzitter van de LPF, en makelaar Van As neergelegd bij gebruikers van alcoholische dranken die straks op een fles jenever één euro extra accijns betalen. De hard nodige lastenverlichting voor de middeninkomens komt er vooralsnog niet. Alles wordt duurder maar de laagste inkomens komen behalve voor gebruik van alkohol met de schrik weg dankzij het CDA, het oude liedje.

Naast de LPF die zich spijtig genoeg voornamelijk heeft laten kennen als een rechtse partij voor met name de rijken, zijn er de klonen van de LPF, de zogeheten leefbaren en wat nieuwelingen die vooralsnog weinig nieuws toevoegen aan het partijpolitieke palet. Bij de LPF zijn, terzijde van alle kritiek die men erop kan hebben, toch nieuwe zinnige opvattingen openbaar gemaakt. Niet alleen Van Eijck startte goed, ook Nawijn liet zich niet onbetuigd met gedurfde uitspraken die van deze gewezen christen-democraat vooraf nooit verwacht waren. Heinsbroek zag in ieder geval wel de sociaal-financiële knauw die veel burgers geleden hebben en pleitte als enige voor directe lastenverlichting. Dat hij de verkeerde maatregelen van de VVD daarbij overnam, is gezien zijn sociale miljeu wel begrijpelijk. Voor het indammen van het morele alleenrecht en de hang naar het verzuilde middenveld van christen- en sociaaldemocraten is een niet-kerkelijk geluid in de politiek noodzakelijk. Op de toppen der zogenaamd seculiere partijen kunnen we in veel kwesties absoluut niet vertrouwen, zo doordrenkt als deze zijn met christelijke, multiculturele, mercantiele, kosmopolitisch maçonnieke invloeden. Een doorbraak moet van een nieuwe politieke groepering komen; dat kan nog steeds de LPF worden.

Lode van Boonen

5 december 2002

 

  1. Pim Fortuyn: "De puinhopen van acht jaar paars" (2002) e.a.
  2. citaat Fortuyn: "De macht over de inrichting van de collectieve sector wordt gedeeld met het maatschappelijk middenveld, een geheel van organisaties dat optreedt als zaakwaarnemer van de burger-consument. Met het democratisch gehalte van deze zaakwaarnemers is van alles mis. Zij worden niet gekozen, maar benoemd via coöptatie. Ook hun representativiteit staat al enige decennia onder grote druk. Het land is sedert de jaren zestig van de vorige eeuw in hoog tempo ontzuild, maar het verzuilde middenveld doet nog steeds alsof dat niet zo is en vertegenwoordigt ons zonder zich daadwerkelijk om ons te bekommeren."
  3. Job Cohen "Nederland moet zichzelf opnieuw uitvinden" Cleveringa-lezing te Leiden van 26 nov ’02; zie Mare 12 van 28 november 2002

 

 

terug naar Heemland Hoofdbladzijde

terug naar Heemland 25, Ten geleide

 

 

einde heemland 25

naar Heemland 26, Ten geleide

mailbox:  heemland@heemland.nl

 

 

 

naar Heemland 26, Europa en Nederland, bedreigd van binnen en buiten