HEEMLAND 12 (kerst 1998)

 

VERDAMPT NEDERLAND ?

 

Voor 5 november j.l. was een lezing van mr. A.W.H. Docters van Leeuwen (te Dordrecht, een zogeheten Johan de Witt-lezing, maar dat is niet zo van belang) aangekondigd onder de intrigerende titel: Verdampt Nederland? Dit nog wel door iemand die na een kortstondige carrière als super procureur-generaal – zomaar plotseling en sneller kon het bijna niet – werd afgeschoten, toevallig nadat hij eerder Desi Bouterse had willen berechten en later ook openlijk verklaarde dat in Nederland in korte tijd de misdaadcijfers zo waren gestegen. Iemand die zijn ontslag aanvocht en die nu vrijelijk op het falen van politiek en ambtenarij zou kunnen wijzen, gebaseerd op een diepe blik in hun keuken!

Enige citaten en gedachten uit dit exposé: Zal Nederland nog lange tijd als entiteit voortbestaan? Docters twijfelt. Hij is patriot en daarom: "wat zullen we nu hebben" gebiedt hij ons te vragen en zijn antwoord luidt dan: "zeker, maar geen redeloze". Gelukkig echter is hij er een die van ratio houdt zoals Van Oldebarneveld, De Witt, Joan Derk van der Capelle en Schermerhorn. Zo, nu weten we tenminste tot welke categorie hij behoort. Hij herkent zich in Het Plakkaat van Verlating, het document waarmee destijds de Staten-Generaal van de geünioneerde Nederlanden zich soeverein verklaarden ten opzichte van Spanje. Daar zat volgens Docters ‘alles’ in: burgerschap, wij zijn er niet voor de overheid, maar die is er voor ons, afschuw van slavernij, vrijheidszin, hechten aan het eigene, een overheid die beschermt en liefheeft, solidair is. Hij citeert vervolgens Paul Scherffer in de verzamelbundel "Het nut van Nederland", bij wie thans – na eeuwen – nog steeds die woorden duidelijk dóórklinken: "de politieke cultuur van Nederland kenmerkt zich door tolerantie, consensus en egalitarisme". Scheffer schrijft dat Koen Koch’s ritiek hierop "dat het een lijstje van louter wenselijkheden of deugden betreft", niet waar is. "Wie deze drie typeringen in hun onderlinge verband ziet, begrijpt toch onmiddelijk dat het dempend vermogen van onze samenleving heel sterk is. We kennen immers geen cultuur van groot debat, noch in het parlement, noch in de academie, noch in de letteren. Dat is de prijs die we betalen voor een gebrek aan passie", aldus Paul Scheffer.
Docters vindt het gek dat Scheffer die pleit voor behoud en ontwikkeling van deze nationale identiteit niettemin toch een gebrek aan passie voor lief neemt – waar je dat toch zou verwachten -, immers bij vrijheid, gelijkheid en broederschap hoort toch passie en bij de naastliggende begrippen: tolerantie, consensus en egalitarisme nu opeens geen passie. Dat echter maak je Docters niet wijs. Misschien komt het wel omdat deze begrippen en ook de begrippen uit het Plakkaat niet meer de inspiratie bieden, die ze boden, oppert hij.

Het bovenstaande is dan de inleiding tot zijn nadere betoog. Hij wil nu aan de slag. Eerst maar eens de tolerantie bekeken. Zijn wij thans nog toleranter dan de Parijzenaars of Londenaren of Italianen of Denen? Hij is bovendien geen liefhebber van het begrip tolerantie; je tolereert iets, je staat iets toe dat je eigenlijk niet wilt toestaan. Zou het geen doffe onverschilligheid kunnen zijn, die in de oorlog – meent hij wellicht de bezetting – in combinatie met Nederlandse bedilzucht tot desastreuze gevolgen voor honderdduizend medeburgers leidde. Wat hebben we er eigenlijk van geleerd. We nemen veel asielzoekers op en verlenen asiel als het niet anders kan, sic! Dit is tolerantie die eigenlijk onverschilligheid is, meent de voormalige dignitaris.
Nu de consensus. die is thans uitvergroot in het fameuze poldermodel, maar in andere landen loopt men snel in, meent Docters. Maar bedoelt men met consensus niet eigenlijk net als in de tijd van Johan de Witt gewoon alleen consensus in de top? Zodra je macht hebt, word je ‘typisch’, Nederlands, regent en roept altijd maar dat je het met de andere machthebbers zo goed kunt vinden. Deze consensus is niet bevorderlijk voor de helderheid, zoals in kwesties als Srebrenica en Schiphol. Alleen parlementaire enquêtes – het zwaarste controle-middel – kunnen nog uitkomst bieden. Poldermodel en openheid gaan niet goed samen. De overheid laat de feiten zwijgen en wil meer machtsuitoefening over de burger. Deze laat zich niet zomaar wegdrukken en gaat steeds meer naar de rechter. Daarom wil de commissie Leemhuis aanwijzingen en richtlijnen voor de rechters, en er zijn meer tendenzen in deze richting. Docters vraagt zich af over wat voor een consensus we het dan nog hebben voor de burgers?
En tenslotte egalitarisme. Geen grote inkomensverschillen, maar toch veel meer miljonairs, in 5 jaar verdubbeld. De financiële gelijkheid wordt kleiner. En uit persoonlijke observatie telt Docters wel 20 rangen of standen voordat je bij Hare Majesteit op theevisite mag gaan. Wel hangt er voer het klassenverschil een waas van egaliteit. Het algehele beeld is ongeïnspireerd en verflauwend. Geen reveil, dat zou belachelijk zijn. Dit komt door de welvaart, meent de spreker. En doordenkend is die welvaart wel oké. Oh wee, er is weinig kennisontwikkeling en innovatie waarschuwt hij ons.

Dan nu het derde deel van zijn betoog, "Hoe wordt de Nederlandse gedachte beïnvloed door alom tegenwoordige mondiale verschijnselen".
Voor het eerst in de wereldgeschiedenis woont de burger in Zwolle, maar gaat in Miami op vakantie of omgekeerd. Docters meent dat deze dus nu een kosmopoliet genoemd kan worden. "Waar heeft zo’n burger de klassieke overheid nog voor nodig?: De postmoderne burger is gefragmenteerd en egocentrisch, terwijl de politieke partijen het tegenovergestelde zijn namelijk integralistisch en representatief; vandaar de kloof tussen politiek en burger. De kiezer blijft weg. Het zijn de grote technische ontwikkelingen die de burger zo machtig maken, en zo mondiaal". Toch vindt Docters "globel village" te mooi klinken. De moderne verscheidenheid komt niet uit eenheid voor en leidt niet tot eenheid. Dat is de kern van het moderne pluralisme. Niemand is hier klaar voor. Men denkt dat dit het probleem van de oude wijken is, en ontkent het probleem van het ondraaglijke pluralisme, want "Ons zelfbeeld van een knusse volksgemeenschap" zit ons hierbij in de weg, aldus Docters.

Vervolgens stelt hij vast dat wij zonder enige controle worden geregeerd door de Veiligheidsraad, de Wereldhandelsorganisatie (WTO), de Europese Commissie en dergelijke. Het zijn vormen van autoritaire instituties. Ook in het parlement neemt het neo-autoritisme toe. Ed van Thijn waarschuwt er zelfs voor. Het coalitiebelang bepaald of des burgers wensen wel of niet worden gerespecteerd en niet (meer) de parlementaire besluitvorming.
De burger wendt zich danook tot Greenpeace en andere milieu-organisaties en tot de rechter. Daarom moet de rol van de rechter worden ingeperkt, bijvoorbeeld door middel van aanwijzingen van de regering. het lijkt op een teruggang naar de autocratische democratie van voor Thorbecke.
Dit neo-autoritisme laat zich volgens Docters illustreren aan het asielzoekersbeleid: streng maar rechtvaardig. "Hebben die mensen ons dan iets misdaan? Wij ontburgeren mensen, we noemen ze illegaal". Volgens schrijver dezes staat artikel 2 van de Grondwet dit toe, maar volgens Docters is er sprake van uitbuiting van illegalen neerkomen op hetzelfde als de vroegere slavenhandel.

Na dit mijns inziens demagogisch hoogstandje heeft Docters vervolgens kritiek op de Nederlandse ruimtelijke ordening, de tapijtmetropool, de vermenging van stad en platteland. Rond Londen en Kopenhagen gaat het anders toe, meent hij. Het is dus niet de prijs voor de welvaart, maar wel ‘de prijs voor de bestuurlijke onmacht’, ontstaan door de bestuurswoekering van de laatste vijftig jaar.
Neen, meen ikzelf:; het is de prijs voor het hebben van geen bevolkingspolitiek, een luxe mede mogelijk gemaakt door een enorme aardgasvoorraad, die echter zeer snel aan het slinken is. Vergelijk de bevolkingsdichtheid van Engeland en Denemarken eens met die van Nederland! Dit gaat Docters boven de pet.

Is deze mondiale problematiek met zijn nieuwe ontwikkelingen in te bedden inde eerder genoemde traditie van tolerantie, consensus en egalitarisme ofschoon die niet meer inspireert? Niet zonder meer meent Docters; "we moeten aan het ontwerpen slaan". Het moet een ontwerp zijn waar de burger net aan ontsnappen kan. Het moet een ontwerp zijn, "dat een steeds toevalliger verzameling burgers op en natuurlijke wijze bindt". Als Docters denkt aan belangrijke identificaties voor mensen te midden van de zee van instituties dan denkt Docters allereerst aan individuele identiteit en aan functionele groepsidentiteit.
Toch vindt hij het "een verstandige maatregel" dat "enige identiteit verbonden wordt aan het territoir van de mensen op dat territorium" van betekenis blijft als een soort vorm van nationale identiteit. Zo afstandelijk en omzichtig drukt Docters zich als "patriot" uit. Hij is anders bang voor een geluidloos einde van Nederland als Nederland bestuurlijk niet verandert met toch iets herkenbaars door middel van een territoriale identiteit. Als we alles aan de mondiale krachten overlaten wordt Nederland hoogstwaarschijnlijk een "materiële, menselijke en geestelijke dumpplaats", zo vreest hij.

Hij denkt de oplossing te hebben door Nederland te zien als een ‘megastad’ met liefst maar één bestuurslaag zoals in een stadstaat. Nederland ontwerpen als een megastad; waarom dan niet zo’n bestuur als Hongkong en Singapore, met een duidelijke territoriale scheiding in functionele gebieden van wonen, natuur, weken, luchtvaart etcetera. Voor zo’n stadstatelijk model moet aan een paar randvoorwaarden voldaan worden, die er nu niet zijn.

  1. Het afscheid van Thorbecke’s bestuursysteem is hiervoor noodzakelijk. Anders zal "Nederland verdampen", omdat er anders veel te veel beslissers zijn.
  2. De ontwikkeling van de democratie tot een bestuursvorm die aansluit bij de nieuwe Nederlandse identiteit, die zich zou moeten ontwikkelen. De besluitvorming inzake de Nederlandse megastedelijke prioriteiten wordt opgedragen aan "door het lot of anderszins aangewezen groepen".
  3. Een beschavingsoffensief hoe om te gaan met pluralisme (lees de multiculturele samenleving). Bij de grote en onvermijdelijke kracht van het pluralisme moeten we van de nood een deugd maken. Zijn er nog eisen te stellen aan de postmoderne samenleving? Ja, geen wreedheden toestaan, en de Rechten van de Mens respecteren.

Hij geeft toe het allemaal niet precies te weten. We moeten wel eten en welvarend zijn. Snelle verplaatsing en bereikbaarheid is van belang, net zoals in Tokyo en New York. Ook kunnen we best wel "een weergaloos mooie natuur creëren".
Wat een ‘schitterende’ wensdroom heeft Docters hier voor ogen: "een megastad met Aziatische dynamiek en de diepe rust van het authentieke landschap". De prijs die ervoor betaald moet worden is wel hoog, namelijk die van "een innerlijke transformatie". "De burgers hebben en creëren Nederland als een schone en vrije plaats voor allen die zich met de regels, beter de eigenschappen van deze stad kunnen verenigen". "Stadtluft macht frei" is zijn uitsmijter.

Als het U als lezer niet aanstaat, bent U niet de enige. men mocht vermoeden dat een voormalig satraap als Docters van Leeuwen, nu hij eruit gekieperd is, wel zal af blijken te wijken van de heersende coterie, door visie en zicht op de realiteit: een veel te dichtbevolkt land dat door immigratie van vreemde culturen op kosten van het systeem wordt bedreigd met als perspectief over vijfentwintig jaar het omslaan van aardgasbaten in aardgaskosten. Verschil twee keer 20 miljard is 40 miljard gulden per jaar. Neen, ook hij ziet het niet. Na afloop van de lezing vroeg prof. N. Dodde, ook een vorige gastspreker van een Johan de Witt-lezing, zich af: "wat heeft U nu eigenlijk willen zeggen". Antwoord van Docters: "mijn pleidooi is een pleidooi om na te denken".

drs. M.H.J. Vosselman

 

Terug naar Heemland 12, Ten geleide

Naar Heemland 12, Boekbespreking, Huntington "Botsende beschavingen"

Naar Heemland 13, Ten geleide

 

einde van heemland 12

Naar Heemland 13, Ten geleide

e-post: heemland@heemland.nl