Lezers
van deze boekrecensie zijn waarschijnlijk niet bekend met het werk
van Guillaume Faye, maar zijn ideeën zijn steeds meer die van
Europa’s nationalistische voorhoede.
Als vroege medewerker van Alain de Benoist en een van de
architecten van het Europese Nieuw Rechts verruilde Faye
eind jaren 1980 de politiek voor een carrière in de media. In
1998 keerde hij terug en vestigde zich onmiddellijk als de
intellectuele kracht van nationalistisch rechts.
Sindsdien publiceerde hij vijf boeken. Elk daarvan heeft een
enorme impact gehad op de strijd tegen multiculturalisme, Derde
Wereldimmigratie en globalisering. (noot #1) In
tegenstelling tot Benoist en andere Nieuw Rechtse theoretici,
wiens verdediging van Europa vrijwel uitsluitend gevoerd wordt op
het culturele vlak, en anders dan Le Pen’s Front National
dat de voorkeur geeft aan de assimilatie van vreemdelingen en niet
de gedwongen terugkeer, gelooft Faye dat etniciteit niet alleen
aan de basis ligt van een culturele identiteit, maar ook dat een
volk en zijn cultuur onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Daarom beargumenteert hij dat de strijd om het behoud van
Europa’s culturele erfgoed niets anders is dan een strijd voor
de verdediging van het genetische erfgoed en de etnische
integriteit van Europa. (noot #2)
Zijn laatste werk - Avant-Guerre: Chronique d’un cataclysme
annoncé (Vóór de oorlog: Verslag van een ophanden zijnd
cataclysme) - doet denken aan Spengler’s Hour of Decision.
Net als Spengler kijkt Faye naar de onweerswolken aan de horizon
en voorspelt dat er binnen tien jaar een tijdperk van
wereldveranderende stormen zal neerdalen op de Westerse volkeren,
die zullen bepalen of wij nog een toekomst hebben of niet.
Volgens hem zullen deze cataclysmen noch ideologisch noch
economisch van karakter zijn, maar (à la Huntington) biologisch
en cultureel. De cataclysmen zullen botsende beschavingen en
oorlogvoerende etnische groeperingen betekenen. Zij zullen dus
hoogstwaarschijnlijk met ongeëvenaard veel geweld en vernietiging
gepaard gaan en de Westerse volkeren met een schok wakker schudden
uit de dwaasheid die hen tot uitsterven leidt. Ook al is men
tegenwoordig totaal onvoorbereid op een dergelijke te voeren
oorlog en is men vervreemdt van alles wat typisch is aan hun volk
en hun culturele erfgoed, gelooft Faye dat de gevechten van de
20ste eeuw Europeanen aan beide zijden van de Atlantische oceaan
een ultieme kans bieden de krachten die hen meer dan een halve
eeuw lang debiel gemaakt en ontworteld hebben, omver te werpen.
Europa en Amerika
Als zovele “nationalisten” die in naam van Europa vechten is
Faye extreem kritisch jegens de Amerikaanse regering en de rol die
zij speelde in het onderdrukken van de wereldwijde Westerse
solidariteit. Maar anders dan vele andere rechtse anti-Amerikanen
gelooft Faye niet dat de Verenigde Staten de principiële vijand
van Europa zijn. Een vijand, zo beweert Faye, corrumpeert en
intimideert niet alleen, maar bedreigd ook iemands fysieke
bestaan. Faye neemt de hint van Carl Schmidt over en denkt dat men
de VS beter als een “tegenstander” van Europa moet beschouwen.
Een strijd op leven en dood is namelijk allerminst onvermijdelijk.
De ware vijand die de Westerse landen bedreigt, zo beweert hij,
komt van de Derde Wereld. De terreuraanslagen van “11
september” suggereren één van de vormen die zijn voorspelde
cataclysmen zullen aannemen. Maar terwijl de Islam Europa’s
voornaamste vijand is, is het - hoe tegenstrijdig het ook lijkt -
niet die van Amerika. Naar aanleiding van het werk van General
Gallois, Alexandre Del Valle en een nieuwe generatie Europese
geopolitici beargumenteert Faye dat de Islam lange tijd hand- en
spandiensten heeft verricht voor de VS bij de expansie van haar
hegemonie over de wereld, oftewel haar “global village” - in
het bijzonder door Europa te verdelen en Rusland te verzwakken.
Dat het rekruteren en bewapenen van Islamitische fanatici om in
Afghanistan, Tsjetsjenië en in Bosnië en Kosovo te gaan vechten
uiteindelijk een slag in het eigen gezicht was, mag niet wegnemen
dat de Verenigde Staten om strategische redenen herhaaldelijk
Islamitische opstanden hebben aangestoken.
Volgens Faye komen de voornaamste vijanden van Amerika niet uit
het Midden-Oosten (zelfs als militante Islamieten Amerika als
doelwit blijven beschouwen), maar van een zich snel ontwikkelend
en technologisch bewapend China, bereid de strijd aan te gaan om
de dominantie in de regio. In dit potentiële Sino-Amerikaanse
conflict ligt volgens Faye de toekomst geheel in Chinese handen.
In tegenstelling tot China heeft de chaotische mix van
verschillende volkeren en culturen (de smeltkroes) Amerika tot een
instabiel geheel gemaakt. Dit maakt van Amerika geen natie in de
Europese zin van het woord, maar slechts een symbiose étatico-entrepeneuriale.
Een dergelijke entiteit zal uiteenspatten wanneer een vastberaden
vijand haar aanvalt. Daarom zal tijdens de grote ophanden zijnde
cataclysmen Europa - en niet de VS - temidden van de strijd om het
voortbestaan van het Westen staan tegenover een vijandige
niet-Westerse wereld.
De Islam
Terwijl voor Amerika een interstatelijke oorlog met China in het
vooruitschiet ligt, gelooft Faye dat Europa geconfronteerd zal
worden met een innerlijke oorlog tegen een opstandige Islam –
een oorlog, om het woord te herhalen, die meer op de aanslagen van
11 september zal lijken dan op een conventioneel militair conflict
zoals de VS dat kunnen verwachten.
In de vier decennia sinds 1962, toen Afrika de zuidelijke grenzen
van Europa doorbrak, is het continent overstroomd met
herhaaldelijke vloedgolven immigranten uit de Derde Wereld. De
kracht van deze immigratie, waar massa’s en niet individuen mee
gemoeid zijn, is zo groot dat niet het kleinste aantal demografen
beargumenteert dat het beter te omschrijven is met de term
“kolonisatie”. Vanwege een buitenproportionele geboorteratio
leidt de onstuitbare instroom van niet-Westerse en grotendeels
islamitische immigranten al tot de “de-Europeanisatie” van
Europa. Bijvoorbeeld, vrijwel overal waar zij zich hebben
gevestigd in Frankrijk, zijn ze erin geslaagd de wijken “etnisch
te zuiveren”. Zij stichten vervolgens geen getto’s, maar
veroverde gebieden die als basis dienen voor de voorbereiding van
toekomstige veroveringen. Met hun zeven tot acht miljoen inwoners
zijn deze gebieden feitelijk vijandige Afrikaanse/Middenoosterse
legerkampen geworden binnen een steeds meer belegerd Frankrijk. (noot
#3)
Deze immigratie schept een extreem instabiele situatie, want
Europa kent niet het immense politieapparaat en de uitgestrekte
geografische vlakten die etnische spanningen in de VS ‘in
bedwang’ weten te houden. In veel gevallen, wanneer stedelijke
gebieden verloren zijn aan de Islamitische cultuur, ervaren
Europeanen niet alleen toenemend geweld en onveiligheid, maar ook
het verlies van hun wetten en instellingen. Er zij nu meer dan
1400 “zones de non-droit” in Frankrijk (daarbij
inbegrepen elf steden) en in bijna honderd ervan heeft de
jurisdictie van de Franse republiek plaatsgemaakt voor de
Shari’a, de Islamitische wetgeving. (noot #4)
Binnen zulke zones, waarvan de in verval geraakte leefbaarheid
door politiek correcte ambtenaren hardnekkig omschreven wordt met
sociaal-economische termen in plaats van biologisch-culturele, is
het voor een Fransman bijna onmogelijk normaal te verblijven in
een speciaal voor de Franse arbeidersklasse gebouwde woning (HLM),
een café te vinden waar nog wijn of ham wordt geserveerd of dat
zijn vrouw zich in het openbaar kan kleden en gedragen zoals
Europese vrouwen dat doen. In contrast met de Little Italies
en de Germantowns die in de vorige eeuw in vele Amerikaanse
steden ontstonden, zijn deze niet-Europese enclaves geenszins van
plan te assimileren in de dar-al-Harab (de onglovige
niet-Islamitische wereld, die door moslims gezien wordt als de
“wereld van oorlog”) en in feite zijn begonnen hun autonomie
te claimen. De afgelopen jaren ging er nauwelijks een week voorbij
zonder een krantenartikel over een opstand of een bloedig incident
als gevolg van conflicten tussen de politie en moslimbendes.
Sinds 1990 nam geweld op straat jaarlijks met vijf procent toe –
sinds 2000 met tien procent – terwijl het geweld en de
disintegratie vaak geassocieerd met Amerika’s binnensteden
geleidelijk aan steeds meer een Europese werkelijkheid wordt.
Sterker nog, in 2000 overtrof Franse criminaliteit voor het eerst
in de geschiedenis die van de VS; en Parijs, ooit de Lichtstad,
werd de minst veilige van alle grote Europese steden.
Met deze demografische en culturele bedreigingen in het
vooruitzicht proberen de media, de academie en de gevestigde
‘anti-racistische’ organisaties iedere burger die zich tegen
zulke veranderingen verzet het zwijgen op te leggen, terwijl ze de
term “multicultuur” tot embleem van de progressieve
samenleving en het wereldburgerschap hebben gemaakt. En in plaats
van het Christelijke Westen te mobiliseren tegen zulke dreigingen,
preekt de Linkse Kerk lafheid, opgave, vluchtgedrag en een
zelfvernietigende medemenslievendheid.
Zo’n masochistische reactie heeft natuurlijk de meer militante
leden van Frankrijk’s moslimgemeenschap alleen maar
aangemoedigd. Zij roepen nu op tot de jihad tegen de “witte
kaaskoppen”. Overheidsinstanties houden echter hardnekkig vast
aan het onderscheid tussen gewelddadige fundamentalisten (waarvan
wellicht circa 40.000 rondlopen in Frankrijk) en de
“vredelievende” moslimgemeenschap, welke de inherente
vijandigheid van de Islam jegens de seculiere maatschappij van
Europa niet kan of niet wil erkennen. Faye beweert daarentegen dat
het verschil tussen de orthodoxe en de fundamentalistische Islam
slechts een gradueel verschil in temperament is. En zelfs dit
verschil is moeilijk vol te houden na de veelvuldige
fundamentalistische agressie. Jaren vóór de aanslagen van 11
september op de symbolen van Amerikaanse hegemonie vond al het
derde grote offensief tegen de dar-al-Harb plaats waarbij Europa
als toekomstig thuisland voor moslims werd aangewezen. (noot
#5) De Amerikaanse steun in zuidoost Europa (Albanië, Bosnië,
Kosovo), de druk van de VS om Islamitisch Turkije tot de EU te
laten toetreden en de grote hoeveelheden ter beschikking gestelde
geavanceerde wapens hebben Islamisten ertoe gebracht hun nieuwe
verovering voor te bereiden.
Het is dus niet zo verassend dat Faye de groei van de Europese
Islam interpreteert als het openingssalvo van een grotere strijd
om de toekomst van het continent. (noot #6) Faye’s
militante oppositie van de Islam is een strijd om Europa te
verdedigen tegen een bedreiging van haar bestaan.
Wat de oorlog ons zal brengen
Tijdens de op komst zijnde cataclysmen – die zich waarschijnlijk
zullen uiten in straatgevechten tussen rivaliserende etnische
groeperingen, evenals guerrillaschermutselingen, megaterrorisme en
misschien zelfs kleinschalige nucleaire uitwisselingen met
“dirty bombs” naast conventionele invasies van aangrenzende
Islamitische legers – gelooft Faye dat Europa hetzij ten onder
zal gaan hetzij een wedergeboorte zal meemaken. Hoe dan ook, de
confrontaties die in het verschiet liggen zullen een situatie creëren
waarin de politiek correcte waanbeelden onmogelijk gehandhaafd
kunnen worden.
Net als iedere grote strijd die de natuurlijke selectie van de
mens beïnvloedt, kent oorlog privileges toe aan het elementaire
en het vitale. De subtiele afleidingen die sofisten en huichelaars
gebruikt hebben om Europeanen te misleiden, zullen niet anders dan
verdwijnen, net als de kleinigheden die hen in het verleden
verdeeld hebben. Vervolgens zullen alleen de tradities en de
manier van leven die de identiteit van het volk bepalen nog
terzake doen.
De situatie waarin de Westerse volkeren zich vandaag de dag
bevinden is uiterst zwak, maar in dat laatste uur wanneer alles op
het spel staat, zal zich, aldus Faye, de kans op een wedergeboorte
voordoen.
In zijn ijdelheid voorspelt Faye dat het dominante muzikale thema
van Europa noch dat van een orkestrale ode aan het genot noch van
het gestamp van een stadswilde zal zijn, maar eerder dat van een
militaire mars gebaseerd op oude hymnen. Europeanen aan beide
zijden van de Atlantische oceaan zouden zijn advies moeten
opvolgen en er goed aan doen de pas te houden met het sterke
ritme.
Michael O’Meara is een geleerde en verblijft en doceert aan
de westkust van van de Verenigde Staten. Hij is auteur van talloze
artikelen en boekrecensies.
Vertaald uit het Engels door M. Koenraadt.
Noten:
1. L’archeofuturisme (1998); Nouveau
discours à la nation européenne, 2de ed. (1999); La colonisation
de l’Europe (2000); Pourquoi nous combattons (2001). Deze werken zijn gepubliceerd door L’Æncre en kunnen
worden aangeschaft via de Librairie Nationale, 12 rue de la Sourdière,
75001 Paris, of op het internet via www.librairienationale.com
2. Zie Michael Torigian, Nieuw Rechts,
Nieuwe Cultuur: Anti-Liberalism in Postmodern Europe (Lanham,
MD: University Press of America, 2003).
3. Er is geen officieel cijfer van het
aantal niet-Europeanen in Frankrijk. Het geciteerde getal is een
schatting van een der voornaamste demografen van het land. Zie
L’avenir démografique: Entretien avec Jacques Dupâquier
in Krisis 20-21 (November 1997). Een
andere academicus (J.P. Gourevich) beweert dat het dichter bij 9
miljoen ligt. Sommigen denken zelfs 14 miljoen, terwijl de media
gebruikelijk 4, 5, of 6 miljoen noemen. Het meest alarmerende is
misschien wel het feit dat eenderde van de bevolking jonger dan 30
jaar nu van niet-Europese afkomst is en dat zij een geboorteratio
hebben die vier à vijf maal hoger ligt dan het Europese.
4. Jeremy Rennher, L’Occident ligoté par
l’imposture antiraciste in Écrit de Paris 640 (Februari
2002). Zelfs
de politiek correcte redacteur van Violences en France
(Paris: Seuil, 1999), Michael Wieviorka, erkent dat de explosieve
toename van geweld en criminaliteit sinds 1990 een uitwas is van
Islamitische macht. Omdat de Franse overheid de meeste gegevens
over misdaad door immigranten in de doofpot houdt, is het weinige
bekende uitgelekt door gefrustreerde ambtenaren. De publicatie met
de beste toegang tot deze lekken is het maandelijkse J’ai
tout compris! Lettre de désintoxification, niet toevallig
uitgegeven door Guillaume Faye.
5. De eerste Arabische golf van de zevende
eeuw bracht Moslims tot aan Poitiers. De tweede Turkse golf van de
twaalfde tot de zeventiende eeuw leidde tot de afbraak van het
Christelijke Byzantium en de bezetting van Wenen. De derde golf
komt in de vorm van de hedendaagse kolonisatie en is zeer traag en
subtiel, maar potentieel des te meer catastrofaal.
6. De meer militante Europeanisten roepen nu
om de behoefte aan een nieuwe reconquista. Dit is bijzonder
duidelijk in een boek van Philippe Randa Poitiers demain
(Paris: Denoël, 2000) en het album Reconquista van de
groep Fraction (Heretic Records).
2237
woorden. Geplaatst op 13-08-2003 om 23:27.
|