HEEMLAND 31 (zomer 2006) 

 

Beschouwingen

 

Politieke kaste haat saamhorige middenlaag


Van links tot rechts is er grote overeenstemming bij de politieke partijen over welke groepen in de samenleving door politiek beleid begunstigd moeten worden, welke gunsten dan vervolgens verhaald worden op de andere groepen door forse extra lastenverzwaringen. Dat zijn al te dikwijls de lagere en middelbare inkomensgroepen uit de middenlaag en dan natuurlijk vooral de niet of nauwelijks geörganiseerden en meest weerlozen uit die middenmoot zoals huurders, gepensioneerden en ouderen zonder inkomsten uit tegenwoordige arbeid.  Kortom met name middengroepen die hun door politiek beleid toegebrachte schade nergens kunnen compenseren en niet snel de straat op zullen gaan om te protesteren. Deze groepen zijn er de laatste jaren tijdens paarse en rechtse kabinetten telkens percenten in koopkracht en bestedingsruimte op achteruit gegaan terwijl de groepen met de hoogste en laagste inkomens, de huishoudens met een ruim dubbelmodaal inkomen en de gezeten bovenlaag  net zo als de lagere inkomensgroepen, minimumloners en bijstandstrekkers politiek bediend werden, doordat ze hun bestedingsruimte vaak sociaal, fiscaal goed beschermd vooruit zagen gaan of gerepareerd kregen middels extra inkomensondersteuning via allerlei toeslagen, specifieke kortingen en dergelijke. 

De middenmoot van ons volk, welke zich even vertegenwoordigd voelde bij Pim Fortuyn maar geen politieke belangenbehartigers van linkse of rechtse signatuur kent en geen doeltreffende lobby's van vakbonds- of werkgeverszijde of een Woonbond achter zich weet, betaalt het gelag. Moedwillig blijkt de politieke kaste keer op keer een maatschappelijk systeem van onderlinge verdeeldheid in stand te houden waarin ongelijke behandeling plaats vindt tussen groepen uit de middenlaag die ňf omlaag gedrukt worden ňf omhoog gestuwd worden om door dit politieke uiteenspelen een zo groot mogelijke uiteenrijting van de middenklasse, het hart van ons volk te bevorderen. Het is de verdeel-en-heers-tactiek van de gevestigde orde waarbij het midden vermalen en verbrokkeld wordt om van deze middenmoot de kiezerssteun te bestendigen aan de gevestigde politieke kaste der machtspartijen, van rechts voor de rijken tot links voor de armen. 

In de politiek is men nu weer bezig om de bestedingsverschillen te versterken door sommige groepen uit de middenlaag zoals gezinnen met jonge kinderen en bezitters van een eigen woning zoveel mogelijk te begunstigen en ouderen, gepensioneerden en huurders juist veel koopkracht af te pakken. Dit gebeurt bij het nieuwe zorgstelsel en het nieuwe huurstelsel middels een herverdeling van welvaart die ongekend van omvang en scherpte is en de al zeer ongunstige belastingherziening van 2001 in ernst evenaart. 

Een voorbeeld uit de praktijk is de gepensioneerde met een bruto inkomen van rond de  € 30.000,- die op z'n enkelvoudige AOW van € 636,69 een 'inkomensafhankelijke bijdrage' voor de zorgverzekeringswet (Zvw) van € 42,01 (6,5 %) moet afdragen zodat hij - na een geringe inkomensvergoeding van € 9,66 (dat is dus wel eventjes een gulle € 1,06 meer dan vorig jaar!) - netto € 604,34 betaald krijgt van de SVB, en over z'n aanvullende pensioen van ongeveer € 21.000,- aan Zvw-bijdrage rond € 932,- (4,4 %) betaalt, zodat hij zich gesteld ziet voor een inkomensafhankelijke bijdrage voor zijn ziekteverzekering van rond € 1.466,- (4,9 % van zijn bruto inkomen !); let wel dat dit komt bovenop z'n nominale premie voor de  zorgverzekeringspolis. Dat wil zeggen dat er eigenlijk een extra verhoging van de belastingheffing in de eerste en tweede belastingschijf is bijgekomen van gemiddeld per schijf 4,9 % voor mensen zonder de vergoeding van een werkgever of uitkeringsinstantie voor de Zvw ! Natuurlijk is dit kabinet wel zo wijs geweest deze Zvw-bijdrage formeel buiten de inkomstenbelasting te houden en geen ziektekosten- of zorgheffing, of zorgbelasting te noemen; over volksverlakkerij gesproken. Van enige koopkrachtcompensatie voor deze nieuwe heffing is echter nauwelijks sprake, tenzij men in aanmerking komt voor een zorgtoeslag. Eigenlijk is sprake van een forse verhoging van de tarieven van de eerste twee belastingschijven voor kleine zelfstandigen en ouderen. Maar volgens de regering Balkenende II/III is deze inkomensachteruitgang "niet onbedoeld'' geweest en dus in haar visie gerechtvaardigd. Deze extra financiële heffing is weggemoffeld gebracht, maar is wel volledig uitgevoerd.  En dan mopperen de ministers nog over het onbegrip van de burgers voor het zo noodzakelijk geachte kabinetsbeleid ! 

Hetzelfde laken een pak is het bij het nieuwe huurstelsel waarbij huurders in de geliberaliseerde en te liberaliseren 'vrije' huursector opgescheept worden met forse huurverhogingen ver boven het inflatieniveau, ongeacht hun inkomenssituatie die de afgelopen jaren nauwelijks of niet de inflatie heeft bijgehouden. Bovendien zal de betaalbaarheidsheffing die de regering volgens het voorstel IBH (Interimwet Betaalbaarheidsheffing Huurwoningen) oplegt aan verhuurders om deze te laten bijdragen aan de verhoging van de huursubsidies voor de laagste inkomens (tegenwoordig huurtoeslagen genoemd), volop verhaald mogen worden op dezelfde reeds jarenlang zwaar uitgemolken huurders door middel van weer extra huurverhogingen. Is men čn huurder čn oudere met een middeninkomen, dan is de inkomensachteruitgang helemaal buitensporig groot. Voor hen is het "na het zuur nog meer zuur". Bij de woorden van de premier dat de economie aantrekt en de koopkracht stijgt, denken ze gek te worden. En het vreemde is dat de politieke kaste van links tot rechts zich volstrekt ongevoelig toont voor de noden van deze ernstig benadeelde groepen uit de middenlaag van ons volk. 

Van de rechtse VVD, CDA en D66 hoeft niets verwacht te worden. Ze koesteren allereerst de gegoede burgerij, welvarende middenstanders, zakenlieden en bovenlaag ondermeer middels de onbeperkte fiscale aftrek van hun hypotheekrente. Maar ook op links, de PvdA en andere, hoeft niet gerekend te worden zoals gebleken is bij de recente debatten rond het rampzalige huurplan van minister Dekker waarbij PvdA en CDA slechts aandacht hadden voor de huurders uit de laagste inkomensgroepen, bij de gestrande formatiebesprekingen tussen CDA en PvdA van begin 2003 waarbij deze partijen het bestonden in hun toenmalige kabinetsplan een huurbelasting te willen invoeren voor mensen die geen huursubsidie ontvingen en daarom zouden 'scheefwonen', en bij de eerdere grote belastingherziening van 2001 van Wouter Bos, Willem Vermeend en Gerrit Zalm met invoering van groene belastingheffingen (ecotax) en het begunstigen van eigenwoningbezitters door het fiscaal ontzien van het bezit van de eigenwoning door deze onder te brengen in box 1 met tal van tariefsverlagingen en faciliteiten zoals de hypotheekrenteaftrek en de belastingvrijdom van de afbetaalde eigen woning ('Wet Hillen' sinds 1 januari 2005), maar zonder enige gelijkwaardige tegemoetkoming aan huurders in de 'vrije huursector'.   

Links hangt tegenwoordig volop de liberalistische leer aan, uitgezonderd de SP, maar beschermt wel met steun van rechts de onderlaag middels toeslagen en kortingen. Allebei zijn ze immers uiterst beducht voor de wassende allochtone populaties. De PvdA-voorstellen van Wouter Bos - voorzover reeds enigszins bekend - behelzen een behoefte- en inkomensafhankelijk systeem van woontoeslagen, fiscalisering van de volksverzekeringen zoals de AOW en afschaffing van de huidige vrijwaring van AOW-premieheffing voor gepensioneerden. Deze voorstellen betekenen zo een verdere aanslag op de toch al wankele positie der middeninkomens. Naar nu berekend is, gaan gepensioneerden met een bruto inkomen van rond de € 30.000,- dik 14 tot 17 % aan koopkracht verliezen !, en dat wordt 'minder meer' genoemd door de PvdA.  Het is een moedwillige linkse inkomenspolitiek van nivellering en verarming tegenover ouderen, indruisend tegen staand pensioenbeleid (met franchise-korting bij de pensioenopbouw) en fiscale wet- en regelgeving. Ze hadden ooit gedacht hierop te kunnen vertrouwen om na hun pensionering, welke vaak al gepaard gaat met financiële achteruitgang, toch gepast hun leven voort te zetten. Om pensioengaten straks te voorkomen zou fiscalisering van de AOW (met gelijktrekking van de belastingtarieven) hoe dan ook gepaard dienen te gaan met een sterke verlaging van de franchise en kan ze redelijkerwijs slechts geleidelijk ingevoerd worden. 

Een pensioen (inclusief AOW) van 70 % van het eindloon is thans bij de meeste pensioenfondsen het maximaal haalbare en vereist dan ook vrijstelling van AOW-premieheffing om niet fors achteruit te gaan. Zij worden 'rijke ouderen' gevonden in socialistische kring. Dit is ronduit belachelijk mede gezien de nieuwe zorgheffing en de huidige torenhoge woonlasten, die velen van hen die geen afbetaalde eigen woning bezitten, ook al afdragen, net zo goed als jongere gezinnen. Beneden de ongeveer € 18.000,- , later onder massieve druk bijgesteld naar €  23.000,-, mag men van de PvdA z'n hand gaan ophouden voor een inkomensafhankelijke ouderenkorting. 

In het algemeen worden verschillende groepen in de middenmoot echt zwaar belaagd. Of het nu gaat om huren, zorg of pensioen, steeds komen de lasten voornamelijk bij deze middengroepen terecht. De steun aan de onderklasse wordt uitgebreid door het laatste beetje aan nog aanwezige onderlinge solidariteit, dat ook wederkerig bedoeld was voor de overige - meest middelbare - inkomensgroepen, af te breken.  

Bij het wijzigen van het arbeidsmarktbeleid naar soepel ontslag en verhogen van de pensioenleeftijd wordt totaal voorbijgegaan aan de natuurlijke werkelijkheid van het tanen van veerkracht, gezondheid en vaardigheden bij het vorderen van de leeftijd. Langer mogen doorwerken is slechts aan weinigen gegund. Is men als oudere werkloos geraakt en zonder geschikt netwerk, dan wordt de kans op nieuw passend werk zeer gering. Een regering van PvdA met CDA of VVD is met al dit soort voorstellen gemakkelijk te vormen omdat voor geen van al deze partijen de belangen van hun gegoede kiezers en bestuurlijke elite zelf geschaad worden; kijk maar naar het verleden. Ze bijten elkaar allerminst. Het politieke systeem van verdeling van het volk door middel van de politieke schijntegenstelling tussen links en rechts waar de bestuurlijke kaste met haar banenmachinerie voor partijleden heel wel bij vaart, blijft zodoende aangenaam stabiel.   

Bij wat zich tot op heden aan politieke nieuwlichters heeft aangediend, is ook geen aandacht en begrip te bespeuren voor de welvaartsachteruitgang van deze middengroepen van ons volk. Het algemene, nationale belang, anders dan van het grote bedrijfsleven, is geen richtsnoer meer. Het is allemaal (neo)liberalisme en bevorderen van vrij verkeer en marktwerking wat de klok slaat. En men laat zich in gijzeling houden door de sociale, financiële en andere eisen die de afgedwongen integratie stelt, ingegeven door de buitengewone grote angst voor het allochtonendom dat hoe dan ook op z'n wenken bediend en tegemoet gekomen wordt.

 

Lode van Boonen en Mart Giesen, 21 en 28 april 2006,  kleine wijzigingen aangebracht op 20 juni 2009


 

  terug naar de thuiszijde van Heemland

naar Heemland 30, Taalpolitiek: Nederlands niet bij het oud vuil

naar Heemland 31,  Rome toen en nu