HEEMLAND


'Tijdschrift voor nederlandse politiek'



Naar de hoofdbladzijde van Heemland

 

De Nationale Crisis III - door drs Mart Giesen, 
in Heemland no. 14, 1999


NATIONALE CRISIS deel III

drs Mart Giesen

 

De Nationale Crisis; Beschouwing der Discussie

Zoals U bekend is, wil het tijdschrift Heemland een partij-onafhankelijk forum bieden voor allen die de nederlandse identiteit, solidariteit en autonomie willen behouden en ontwikkelen. Ook U als lezer wordt uitgenodigd tot deelname aan dispuut en overleg. Uw schriftelijke inbreng of reactie wordt op prijs gesteld. Voor discussie stelt Heemland, als gespreksforum van nationaal-gezinden, ruimte in het tijdschrift ter beschikking.
Met name vraagt de redactie om bijdragen van lezerszijde in de discussie "Nationale crisis"; een discussie die bedoeld is om richting te geven aan een nieuwe politieke beweging in Nederland
.

Verschillen in politieke theorie

In deze discussie is het voortouw genomen door Alfred Vierling, die een sterke nadruk legt op een morele aansturing door de Staat of een cultureel-pedagogische autoriteit zoals bij voorbeeld de Académie Française dat doet in lijn met rechtse Franse politieke opvattingen omtrent verregaande culturele assimilatie van immigranten, waarbij hij etnische afkomst slechts van secundair belang acht of zelfs irrelevant. Hij stelt dat door zo'n rigoreus beleid van unificatie aan de overheersende cultuur vanzelf de Europese waarden en normen ingeprent worden zodat ze gelijkgezinde loyale staatsburgers met eenendezelfde cultuur worden.
Marcel Rüter, op zijn beurt, is bevreesd voor dit politieke denken met sturing van bovenaf en wijst erop dat zo'n assimilatiepolitiek leidt tot het verlies van de nationaal-culturele verscheidenheid der europese volkeren en van hun interne saamhorigheidsgevoel op grond van gemeenschappelijk 'organisch' gegroeid etnisch erfgoed. Zo'n besef van gemeenschap op grond van collectieve identiteit zou erdoor verdwijnen, en juist dat besef is essentieel voor het gestalte geven aan een nieuwe politieke beweging die zich wil weren tegen vervlakking, ontworteling en globalisering.

De Staat als ijkpunt is onbruikbaar

Beide auteurs hebben gemeen dat ze hun politiek filosofische verkenningen impliciet of expliciet in de Europese context plaatsen, beseffend dat de mogelijkheden van nationale staten tot het voeren van een volledig zelfstandige politiek door sterke onderlinge economische, militaire en technische afhankelijkheid beperkt geworden zijn. Vanwege deze Europese context is het beroep op én de afkeer van de zelfstandige staat, vooral de Nederlandse Staat, wellicht niet zo zinnig.
Van de concrete Nederlandse Staat valt weinig positiefs te verwachten, noch voor Vierling noch voor Rüter; deze is namelijk buitengewoon verzuild, partijdig, burocratisch, verdoezelend en hautain onvaderlandslievend en atlantisch op een anglo-americanofiele wijze. Maar zelfs de Franse Staat met z'n sterke jacobijnse, cultuur-centralistische traditie heeft niet kunnen voorkomen dat de massa der Noord-Afrikanen in de banlieue van Parijs en andere grote steden allerminst verfranst is en thans in een soort permanente schemeroorlog verkeert met het Franse gezag, niks geen assimilatie, (de toestanden zijn er ernstiger dan in Amsterdam). En van de (supra)statelijke Europese Unie kennen we voornamelijk verkwisting, corruptie en burocratie vanuit haar instellingen.
Om de politieke filosofie voor een nieuwe beweging dannog grotendeels te baseren op theorievorming vanuit een sterke Staat, is - als we dit al zouden willen - onrealistisch. Het zal contraproductief zijn omdat uitgerekend de Staat van een andere intrinsieke mentaliteit en taakopvatting vervuld moet worden, wil het volk, de burgerij weer enig vertrouwen in de overheid kunnen terugkrijgen. Slechts een krachtige politieke verzetsbeweging kan verandering brengen in het denken van de elite over de Staat en tenslotte in het functioneren van de Staat en de elite zelf.

Hoe het verzet te mobiliseren ?

Om veranderingen in het bestel te bereiken is langdurige actiebereidheid vanuit de bevolking nodig; op z'n minst is een permanente verzetshouding noodzakelijkheid tegenover de schijndemocratische dictatuur die ons dagelijks leven thans zozeer bepaalt, terwijl de burger er geen wezenlijke invloed op kan uitoefenen. Te denken valt aan vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid zoals weigeren om rekening te rijden, om huurverhogingen, gemeentelijke belastingverhogingen en dergelijke te betalen. Tot nu toe is zulk spontaan verzet evenwel gestrand op onvoldoende massaliteit en organisatiekracht en bovenal solidariteit. Elke groep staat er steeds weer alleen voor; echte volksgemeenschapszin, waar nationalisten het graag over hebben, is ver te zoeken, als het nog bestaat.
Bij oplopende conflicten en toenemend verzet is de gevestigde orde bovendien uitstekend in staat gebleken de zaak te sussen door de leiders op te nemen in het eigen establishment of te breken door de groep te isoleren, weg te honen of te verdelen.
Ook van onderop, vanuit het 'volk' is er vooralsnog geen perspectief op veranderingen die vanzelf kunnen leiden tot een nieuwe nationaalgezinde politieke beweging die korte metten kan maken met het jarenlang veronachtzamen van de gemeenschapsbelangen. Vierling heeft wellicht gelijk met zijn scepsis terzake.

Is er dan niets mogelijk om ons volk wakker te schudden, het zich bewust te laten worden van de crisissituatie waarin het verkeert, het te doen beseffen dat het nog immer zelf over eigen omstandigheden mag beschikken, eigenwaarde en identiteit mag hebben, eigen baas in eigen land mag zijn en geen willoze speelbal hoeft te zijn van transnationale en buitenlandse machten, het samen te binden in de strijd voor bepaalde gemeenschappelijke doelen en idealen ? Om zodoende een nationaalgezinde, solidairdere inrichting van de samenleving tot stand te brengen ?
Persoonlijk denk ik dat deze opwekking kans van slagen heeft omdat zelfs de nederlandse gemeenschap uiteindelijk niet ontdaan is van gevoel voor eigenheid en saamhorigheid mits ze daar maar op geschikte wijze op aangesproken wordt.

Geen politieke theorie is alleenzaligmakend

Natuurlijk is daartoe een passende politieke filosofie, ideologie of zo men wil theorie als referentiekader buitengewoon wenselijk; vanuit zo'n filosofie kan men zich goed weren tegenover geheide politieke tegenstanders door houvast aan de eigen beginselen en een bruikbaar begrippenapparaat. Telkens weer heb ik er in gesprekken Alfred Vierling op gewezen dat het etnisch-culturele 'volks'nationalisme dit biedt en dat hij de aanhangers ervan hun leer niet steeds maar moet ontzeggen; het kwalijkste is dat hij hun dan tegelijk hun verweer tegen de aanvallen van politieke tegenstanders zou ontnemen, en dat doet de politieke correctuur van overheid en justitie ook al, zodat hij die daarmee in de kaart speelt. Terecht merkt Rüter op dat met dat kaartspel niet meegespeeld moet worden.
Vierling heeft daarop in "Lessen van de Balkan" zijn uniculturele samenlevingsmodel bijgesteld vooral ook vanwege praktische problemen voor zijn cultuurpolitiek door de massaliteit en culturele vasthoudendheid van de immigrantenpopulaties die assimilatie verhinderen, en tot de balkanisering in onze steden langs culturele en materiële lijnen leiden. Tegelijk erkent hij dat het Christendom toch voor velen van ons verweven is met onze cultuur, en wijst juist daarom de kerkelijke leiders tevens op hun schatplichtigheid jegens ons volk.

Het door Vierling bekritiseerde moderne etnisch-culturele nationalisme lijkt mij eerder te typeren als een erfnationalisme dan als een strikt genetisch of organisch bepaald nationalisme, dus met inbegrip van zekere staatse, economische factoren die de horigheid en ten leste de wil van onderdanen kunnen wijzigen.
Deze laatste factoren kunnen ook leiden tot het verdwijnen van hele volken met hun cultuur. Als voorbeeld is het oude nederlandse cultuurgebied aanzienlijk ingekrompen door verfransing en verduitsing; een verblijf in het verduitste graafschap Bentheim van enige weken kan ontnuchterend werken. Men leze de literatuur over nationalisme, met name de studies van Anthony Smith.

Niet iedereen zal een bepaalde politieke leer volledig verstaan en onderschrijven, maar dat behoeft geen beletsel te zijn om toch deel te nemen aan ons nationale overleg om te komen tot een nieuwe politieke beweging die de nationale crisis beschrijft, die onze nederlandse erfgemeenschap bedreigt en splijt, en die oplossingsmogelijkheden in kaart brengt.

Het bereiken van overeenstemming binnen de politieke praktijk

Die crisis is zo ernstig van aard en omvang dat daarbij politiek-theoretische scherpslijperij uit den boze is. Maar het politiek-filosofische dispuut is wel degelijk nodig om tot zekere eenstemmigheid te komen ten aanzien van de doelstellingen, zodat misverstanden beperkt blijven en later niet tot grote geschillen zullen leiden. Het gaat uiteindelijk om de politieke praktijk. De verschijnselen moeten daartoe helder beschreven worden. Ik zal hierna een paar punten noemen die veel aandacht vragen, zonder volledig te willen zijn. Zulke punten zouden in een werkprogramma of manifest opgenomen kunnen worden.
Niet alleen de schadelijke gevolgen van de crisis dienen bestreden te worden maar vooral ook de oorzaken dienen aangepakt te worden. Het kan niet zo zijn dat verkeerde voldongen feiten, omdat ze nu eenmaal gepasseerd zijn - nu tot de status quo behoren - , blijvend aanvaard behoeven te worden. Gevolgen én oorzaken vragen correctie.

Lang niet iedereen lijdt onder alle crisisverschijnselen in dezelfde mate, maar bezien moet worden in hoeverre er een grootste gemene deler is bij oplossingen hiervoor. Problemem voor deelgroepen kunnen zo ernstig zijn dat verregaande wederkerige inleving en solidariteit vereist is; te denken valt aan de criminaliteitsexplosie voor de een en de woonlastensexplosie voor de ander. Het programmatisch aanbieden van aantrekkelijke algemene veranderingen die voordelig uitpakken voor gedupeerde lagen van de bevolking: het wederzijds solidariseren van hen, zal kunnen leiden tot steun aan onze beweging.

Enkele aandachtspunten bij een politiek manifest

De overheid zal zodanig geherstructureerd moeten worden dat zij geen willig werktuig meer is voor persoonlijk eigenbelang en partijdig zuilenbelang, veel doorzichtiger wordt voor democratische controle voor geïnteresseerde burgers (ook voor leken op financieel gebied) en dat zij geen beslissingen meer kan nemen die grote groepen van de volksgemeenschap direct of indirect aanzienlijke schade toebrengen.
Referenda of volksraadplegingen moeten besluiten van de representatieve democratie welke immers een particratie of oligarchie geworden is, kunnen corrigeren.
De rechterlijke macht dient gedepolitiseerd te worden en jurisprudentie ter bevestiging van politieke correctheid dient uitgebannen. Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht worden weer strikt gescheiden, waarbij de wetgever zich van zijn verantwoordelijkheid voor uitvoering en rechtspraak bewust moet zijn en daarvoor aansprakelijk gesteld moet kunnen worden bij deraillerende wet- en regelgeving.
De economische afhankelijkheid van de kapitalistische krachten zal door een nieuwe orde zodanig beheerbaar gemaakt moeten worden dat de gehele bevolking hierover door middel van politiek bestuur zeggenschap en mogelijkheden van bijsturing verkrijgt.
Samenwerking binnen Europa in economisch, militair en technisch opzicht zijn randvoorwaarden bij wat mogelijk is, zeker voor een klein land als Nederland. Deze context mag niet veronachtzaamd worden op straffe van het maken van plannen buiten de werkelijkheid om. Wederkerige actieve steun van gelijkgezinde bewegingen in de landen van Europa is hierbij onontbeerlijk.
Van de bovenstaande aandachtspunten ben ik mij bewust dat die slechts verwoord en uitgedragen kunnen worden door de nationaalgezinde beweging zelf, of dat nu gebeurt vanuit een persburoo of een politieke partij, of vanuit welk orgaan dan ook is minder belangrijk. Voortdurend nationaal overleg is hiervoor noodzakelijk; parlementair kan misschien middels een wervende politieke groepering het beleid in de gewenste richting omgebogen worden. Van de gevestigde politiek hoeft op voorhand bar weinig medewerking verwacht te worden.

Samengevat staan we voor de opgave om een verbindende politiek-filosofische leidraad te formuleren, een politieke strategie of werkwijze te volgen en een programma van noodzakelijke veranderingen op te stellen.

Mart Giesen

 

Terug naar boven

Terug naar Nationale Crisis, deel I

Terug naar Nationale Crisis, deel II

 

Naar hoofdbladzijde Heemland

Naar Archief Heemland

Naar Heemland 14, Paars neoliberalisme

Dit is het voorlopige slot van de discussie Nationale Crisis

 

Wilt U reageren? U kunt Heemland een e-postbericht sturen:

Klik hier

e-post: heemland@heemland.nl

Bladzijde samengesteld op 26 september 1999