Begin 1992 circuleerde er
in de hoogste kringen binnen het Pentagon, waaronder de belangrijkste adviseur
van de president POWELL, later minister van buitenlandse zaken en CHENEY, toen
minister van defensie, het paper “Defense
Planning Guidance”. Dat paper was onder supervisie van WOLFOWITZ, later
minister van defensie, in overleg met de president en zijn belangrijkste
adviseurs geschreven door onder meer LIBBY, tot oktober 2005 de rechterhand en
kabinetschef van toen vice-president CHENEY. In het paper werd een beleid
voorgesteld, waarbij de USA geen enkele superpower naast zich zou dulden.
Wanneer landen of samenwerkingsverbanden van landen deze positie op regionaal of
wereldniveau zouden willen uitdagen, dan zouden dergelijke
initiatieven in de kiem moeten worden gesmoord. In het document werd Irak
een van de landen genoemd, die de positie van de USA zouden kunnen gaan
uitdagen. CHENEY was van plan om het document in maart 1992 te publiceren. Kort
daarvoor kreeg de New York Times het echter in handen en bracht het in de
openbaarheid.
Over de hiervoorgenoemde
LIBBY: op 28 oktober 2005 nam hij ontslag
als kabinetschef van CHENEY, nadat hij een dagvaarding had ontvangen voor het
plegen van 5 strafbare feiten, waaronder het liegen onder ede en het afleggen
van valse verklaringen. Het gaat daarbij om de zaak Plamegate, een zaak waarbij de naam van de CIA agente Valerie Plame
met opzet bekend werd gemaakt om haar man Joseph Wilson een hak te zetten. De
affaire begint in 2002 met het vertrek van Valeries man Joseph Wilson
(ex-ambassadeur in Afrika en voormalig diplomaat in Irak) naar Niger. Hij zal
daar in opdracht van de CIA
onderzoeken of Niger uranium heeft verkocht aan Irak. De CIA legde die deal in een vervalst document vast. Wilson vond dan
ook geen echte bewijzen. Toch zei BUSH in zijn State of the Union, dat
Irak "recent belangrijke hoeveelheden
uranium heeft gekocht in Afrika". Enkele maanden eerder had LIBBY het
uraniumverhaal al naar de New York Times gelekt.
A
Clean Break (1996)
In 1996 schreven 8
vooraanstaande joodse Amerikaanse opiniemakers, waaronder RICHARD PERLE en
DOUGLAS FEITH
“A CleanBreak: A New Strategy for Securing the
Realm”. Het document werd geschreven in
opdracht van The Institute for Advanced
Strategic and Political Studies in
Jeruzalem ten behoeve van de regering Netanyahu.
In het document staat onder meer, dat er door Israël nauw met Turkije en
Jordanië zou moeten worden samengewerkt om enkele van de gevaarlijkste
bedreigers van Israël in bedwang te kunnen houden, te destabiliseren en aan te
pakken. En zo zouden onder meer
Syrische doelen in Libanon moeten worden aangevallen en als dat niet voldoende
zou zijn, zouden ook doelen in Syrië zelf moeten worden aangevallen.
Een belangrijke strategische overweging daarbij was, dat het een basis zou
kunnen bieden om Saddam in Irak uit het zadel te wippen, wat als een belangrijk
onderdeel van de Israëlische strategie werd gezien om de regionale ambities van
Syrië in te tomen. De toekomst van Irak werd daarbij gezien als sterk bepalend
voor de strategische balans in het Midden Oosten.
De
PNAC (Project for the New American Century (1997))
In 1997 werd de PNAC opgericht oftewel The
project for the New American Century. De eerste officiële daad van
de PNAC was een open brief aan de
regering Clinton (januari 1998), waarin werd opgeroepen om Saddam te verdrijven.
Tot de ondertekenaars van de principeverklaring van de PNAC
behoorden RUMSFELD, WOLFOWITZ, RICHARD PERLE, LIBBY, BOLTON EN ABRAMS (ABRAMS
werd veroordeeld in het Iran/Contraschandaal).
Het belangrijkste
document van de PNAC is Rebuilding
America’s defenses (2000). In de inleiding van dat document staat het doel
van de PNAC:
En in “Rebuilding
America’s defenses“ worden onder meer Iran
en Irak gepresenteerd als grote bedreigingen.
Voorzitter van de PNAC is
KRISTOL. Hij is een zeer invloedrijk mediaman en ondermeer editor en columnist
van de Weekly Standard. Hij is tevens de stichter van de groep van rond de 25
tot 30 neocons rond BUSH, waarvan het grootste deel uit joodse neocons bestaat
met onderling vriendschappelijke banden en uitgebreide contacten met politiek
Israël. Die groep heeft Amerika in Irak gebracht. Dat kan worden opgemaakt uit
het artikel van de joods Israëlische schrijver A. Shavit in de joods Israëlische
kwaliteitskrant Haaretz White man’s
burden (april 2003). Een
fragment:
“In the course of the past
year, a new belief has emerged in the town: the belief in war against Iraq. That
ardent faith was disseminated by a small group of 25 or 30 neoconservatives,
almost all of them Jewish, almost all of them intellectuals (a partial list:
RICHARD PERLE, PAUL WOLFOWITZ, DOUGLAS FEITH, WILLIAM KRISTOL, ELIOT ABRAMS,
CHARLES KRAUTHAMMER), people who are mutual friends and cultivate one another
and are convinced that political ideas are a major driving force of history.”
Een van directors van de PNAC en
eveneens joods neocon was JOHN R. BOLTON. Hij was tevens vice-president van de
pro-Israëlische denktank AEI en een
belangrijk adviseur van president BUSH. BOLTON is nu Amerikaans VN
ambassadeur. Zijn benoeming tot ambassadeur deed nogal wat stof opwaaien, onder
meer omdat hij eerder had gezegd, dat Amerika na Irak ook Syrië en Iran ging
aanpakken.
Medeoprichter
van de PNAC is de vroegere voorzitter
van de invloedrijke Defense Policy Board
binnen het Pentagon RICHARD PERLE. Hij wordt in de USA ook wel de dark prince
genoemd. Over deze RICHARD PERLE het
volgende. Hij is de goeroe van de
door KRISTOL opgerichte groep van zo’n 25 tot 30 neocons rond Bush. Hij werd
in de zeventiger jaren door de FBI betrapt op het verstrekken van classified
information aan de Israëlische ambassade. Hij was toen medewerker van senator
Jackson. De FBI drong toen aan op zijn ontslag, maar dat verzoek werd door de
als zeer pro-Israëlisch bekend staande Jackson niet gehonoreerd. PERLE werkte
voor de Israëlische wapenproducent Soltam, was betrokken bij de
verkiezingscampagne voor Netanyahu in Israel, is director van de Jerusalem Post,
die WOLFOWITZ in 2003 tot joods man van het jaar uitriep en was een paar jaar
geleden voorzitter van de invloedrijke Defense
Policy Board binnen het Pentagon. Hij beëindigde het
voorzitterschap, nadat hij in opspraak was gekomen, doordat een bedrijf hem veel
geld had beloofd, als hij zijn invloed ten behoeve van dat bedrijf in het
Pentagon zou aanwenden. Zelf vond hij dat een normale zaak, maar onder druk
legde hij de voorzittershamer toch neer. Toen DOUGLAS FEITH, de huidige
onderminister voor defensie op politiek gebied, in de 80-er jaren uit de National
Security Council was gezet, nadat van daaruit naar Israel was gelekt,
regelde WOLFOWITZ een baan voor hem bij RICHARD PERLE. Samen met een andere
joodse neocon Frum, tekstschrijver op het Witte Huis, schreef RICHARD PERLE het boek An
end to evil, waarvan Buchanan in de Conservative American van 1-3-2004 in No
end do war redelijk overtuigend aantoonde, dat het zich laat lezen als een
rapport van het Israëlische ministerie van defensie.
En ook het volgende over DOUGLAS FEITH. De huidige onderminister voor defensie op politiek gebied in Amerika was advocaat in Israël, adviseur van Sharon en Likud en verkocht geavanceerde Israëlische wapensystemen. Hij is hoofd van het advocatenkantoor Feith & Zells, dat zich onder meer bezighoudt met de facturering van Israëlische wapenverkopen. Hij is een volgeling van rabbijn Jabotinsky, die vindt, dat onder meer Jordanië eigenlijk tot Israël zou moeten behoren. Reservekolonel FRANKLIN, die vorig jaar werd opgepakt op verdenking van spionage voor Israël, werkte toen op het kantoor van FEITH.
De aanslag op het Pentagon
en het gekaapte vliegtuig, wat is neergestort in Pennsylvania laat ik hier
buiten beschouwing, hoewel ook daar vraagtekens te plaatsen zijn.
In 1945 vloog een B 25
tegen het Empire State Building, toen
het hoogste gebouw. Hij sloeg in op de 79e verdieping. Er vielen daarbij 14
doden te betreuren. De schade bedroeg 1 miljoen dollar. De afmeting van een B 25
is dan wel aanzienlijk kleiner dan de afmeting van een modern vliegtuig, maar de
schade aan het Empire State Building
was dan ook gering. En de stabiliteit werd niet aangetast. Bij Tower 7 van het
WTC was er zelfs geen inslag. Toch stortte dat gebouw van 47 verdiepingen, waar
slechts kleinere branden hadden gewoed, plotseling als een kaartenhuis in zes
seconden in elkaar, bijna dezelfde snelheid als een vrije val.
En bedacht moet worden, dat
bij de constructie van het WTC ongetwijfeld geleerd zal zijn van de inslag van
de B 25 in het Empire State Building
en de constructie ook gericht zal zijn geweest op meer moderne, aanzienlijk
grotere vliegtuigen. Het Empire State
Building dateert uit 1931. Het WTC was zo’n 40 jaar jonger.
Bij het WTC leken de
inslagen van de vliegtuigen de gebouwen ook niet echt te deren. De gebouwen
zwiepten niet heen en weer. Het geheim van het instorten moet dan misschien
gezocht worden zitten in een enorme temperatuurstijging, die niet voorzien was.
Daarbij stortte de zaak ook nog eens als een kaartenhuis in elkaar, dus niet
eerst het topje of een deel van het midden of van onderop of zo, maar de hele
zaak tegelijk en dat met een snelheid, die bijna gelijk was aan die van een
vrije val. De gedachte is dan niet ver, dat er mogelijk sprake is geweest van
een gecontroleerde demolition. Laten experts, als ze een andere mening zijn
toegedaan, dan maar echt bewijzen met gebruikmaking van bijvoorbeeld
schaalmodellen, dat hetgeen oppervlakkig gezien de nodige vragen oproept, toch
heeft plaatsgevonden.
En de
FEMA (Federal Emergency Management Agency) zegt in haar rapport het volgende
over Tower 7, waar zelfs geen inslag heeft plaatsgevonden:
“The
specifics of the fires in WTC 7 and how they caused the building to collapse
[“official theory”] remain unknown at this time. Although the total diesel
fuel on the premises contained massive potential energy, the best hypothesis [fire/debris-damage-caused
collapse] has only a low probability of occurrence. Further research,
investigation, and analyses are needed to resolve this issue. (FEMA,
2002, chapter 5).”
Het
rapport van de officiële 9/11 commissie spreekt niet eens over het instorten
van Tower 7!!
Open brief aan president BUSH op 20 september 2001
Al
9 dagen na 11/9 kwam de zoon van KRISTOL met een aan BUSH gerichte open
brief in de media. Daarin werd BUSH opgeroepen om Saddam in het kader van de
strijd tegen het terrorisme te verdrijven. Onder de brief staan de namen van
vooraanstaande neocons zoals RICHARD PERLE en vertegenwoordigers van de PNAC.
In de brief worden ook Hezbollah, de Palestijnse Autoriteit en Syrië als
vijanden genoemd, die moeten worden aangepakt, hoewel het westen daar niet door
werd bedreigd.
Van fervente
terroristenjagers als de BUSH groep zou verwacht mogen worden, dat de
natuurlijke respons na 9/11 was om alles op alles te zetten om van alles wat te
maken heeft met 9/11 de onderste steen boven te krijgen onder meer om het
Amerikaanse publiek erin te laten geloven, dat de BUSH regering snel en adequaat
handelt, waardoor het vertrouwen in de BUSH regering overeind zou blijven, opdat
er achteraf geen verwijten van nalatigheid en veronachtzaming zouden komen en om
daarmee zo veel mogelijk waardevolle informatie te verzamelen om de strijd tegen
het terrorisme zo effectief mogelijk te voeren. Letterlijk zouden dan kosten
noch moeite zijn gespaard. Bovendien zou het ook voor een onderzoek naar
mogelijke constructiefouten voor de hand hebben gelegen, dat men al het
mogelijke bewijsmateriaal bij de hand zou hebben willen houden.
Het tegendeel bleek echter
het geval. Het budget voor de 9/11 commissie was abnormaal laag voor een
dergelijk major event. Bij de regering BUSH zo ongeveer
het pikhouweel worden gebruikt om medewerking los te wrikken. En BUSH en
RUMSFELD mochten niet apart worden verhoord. En ze mochten niet onder ede worden
verhoord en er mochten geen notulen worden opgesteld. Het wijkt allemaal nogal
af van de klopjacht op Saddam ‘We got him’ en de kosten van de jacht op de
terroristen in bijvoorbeeld Afghanistan. En mogelijk bewijsmateriaal werd en
masse naar plekken duizenden kilometers verderop vervoerd. Het woord coverup
voor een mogelijke verklaring is daarmee niet vergezocht
De
9/11 commissie
In eerste instantie werd
gepoogd om Henry Kissinger tot voorzitter van de 9/11 commissie te benoemen.
Daar kwam zoveel kritiek op, dat die benoeming niet doorging. Kissinger is als
minister van buitenlandse zaken zelf bij allerlei dubieuze praktijken van de
USA, zoals aanslagen door terreurbewegingen in onder meer Zuid-Amerika,
betrokken geweest.
Het uiteindelijke resultaat
van de personele bezetting van de commissie leverde
bepaald geen schoolvoorbeeld van objectiviteit en gescheiden belangen op.
Zo bestond de commissie volledig uit politici. En die hebben nog wel eens
problemen om de vuile was buiten te hangen, als er zaken van nationale
veiligheid spelen.
Voorzitter Kean was
republikein en alleen daarom al geen wonder van onafhankelijkheid. Hij was
betrokken bij de National Endowment for
Democracy, een CIA organisatie,
die als dekmantel voor operaties in het buitenland werd gebruikt en hij was ook
betrokken bij investeringen van Saudi's, die in het verleden zowel BUSH als BIN
LADEN financieel steunden.
De executive director van
de commissie was Philip D. Zelikow. Hij is een BUSH-appointee, die werkte bij de
President's Foreign Intelligence Advisory
Board. En hij maakte 3 jaar onderdeel uit van de President George H. W.
Bush's National Security Council. En
Zelikow werkte nauw samen met de National
Security Council adviseur van BUSH Condoleeza RICE, nu minister van
buitenlandse zaken. Hij schreef zelfs een boek met haar.
Vice-voorzitter
Hamilton (democraat) maakt deel uit van vele adviescolleges, waaronder die van
de CIA, the president's Homeland
Security Advisory Council en de US
Army.
Commissielid Fred F.
Fielding is republikein, en heeft juridische arbeid verricht voor twee van BUSH
belangrijkste "Pioneer" fundraisers.
Eerder was hij ook adviseur op het Witte Huis.
Ook in de 9/11 commissie
waren er dus duidelijk lijnen te zien met de hoogste regeringskringen en de CIA.
De schermen van
de internationale politiek
Af en toe wordt er
duidelijk, hoe het er achter de schermen van de grote internationale politiek
toegaat.
Zo werd in 1967 het
Amerikaanse marineschip USS Liberty door de Israëli’s bij Egypte in de grond
geboord. Na een jaarlang onderzoek na zijn pensionering door admiraal Thomas
Moorer, chef van staven in de zeventiger jaren, in samenwerking met andere
professionals, sprak Moorer van de grootste coverup uit de Amerikaanse
geschiedenis.
En toen Israël in de
vijftiger jaren de terugtrekking van Amerikanen en Britten uit de zone rond het
Suezkanaal wilde tegengaan, bracht een Israëlische cel van de Mossad in Egypte
in verschillende Amerikaanse en Britse gebouwen bommen tot ontploffing. Een van
de aanvallers werd gepakt, waardoor de cel kon worden opgerold. Het kostte in
Israël een paar ministers de kop. Dat was de Lavon affaire.
Mensen kunnen zich
doorgaans moeilijk voorstellen, dat er false flag operaties plaatsvinden. Toch
zijn die operaties bepaald niet ongebruikelijk in de internationale politiek.
Denk maar aan het binnenvallen van Polen door Hitler-Duitsland, nadat er eerder
Duitse soldaten in Poolse uniformen Polen waren binnengegaan en van daaruit op
Duitse grensposten hadden geschoten. Daarop werd ‘teruggeschoten’ en
begon WO II. En steeds meer historici zijn er van overtuigd, dat Pearl
Harbor werd uitgelokt. Dat is niet zo gek, als het lijkt. Als Amerika gewacht
had met deelname aan WO II, dan was de kans reëel geweest, dat er van Engeland
tot Japan totalitaire regimes het voor het zeggen zouden hebben gekregen en dat
in een later stadium Amerika toch niet aan een confrontatie met die regimes had
kunnen ontkomen. De kans op een nederlaag was dan heel reëel geweest. In zo’n
geval kan een false flag operatie 'uitkomst bieden'. Voorafgaand aan Pearl
Harbor had Japan nog maar voor 3 maanden olie in huis en dus moest Japan wel ten
strijde trekken, nadat de Nederlandse regering de olieleveranties vanuit
Indonesië had stopgezet. Dat lijkt dus op een opzetje van Nederland en Amerika.
Ook het Tonkin-incident,
waardoor Amerika zich intensief met de Vietnamese oorlog kon gaan bemoeien, was
een false flag operatie. De gevolgen in de vorm van vele slachtoffers aan de
eigen kant worden dan voor lief genomen. Toen Sharon omstuwd door honderden
politieagenten zijn wandelingetje maakte op de Tempelberg kon hij weten, dat dat
een intifadah tot gevolg zou hebben en dat daarbij veel joods bloed zou vloeien.
En zonodig wordt er op
grote schaal met het terreurwapen gewerkt. Zo zijn er jarenlang in Zuid-Amerika
contrabewegingen gesteund door de USA, opgericht door de CIA, die primair tot
doel hadden de politiek van tegenstanders te destabiliseren en om terreur uit te
oefenen onder de bevolking. Ook binnen de islamitische wereld is de USA actief
geweest met het opzetten van terreurnetwerken en het bedrijven van terreur om
politieke doeleinden te verwezenlijken. Voorbeelden zijn Al-Qaida en de Taliban,
die door de CIA werden ingezet in Afghanistan. En juist Al-Qaida zou de
aanslagen hebben gepleegd. Het ligt voor de hand, dat de CIA
en de Mossad nog steeds betrokken zijn bij terreuractiviteiten in de
islamitische wereld en daar groeperingen direct of indirect aansturen. Als de CIA
en de Mossad niet op de hoogte zouden zijn geweest van een zo grootschalig
project als de aanslagen op 9/11,
dan zouden ze hun werk slecht hebben gedaan.
Partijen met motieven voor mogelijke
betrokkenheid bij 9/11
1.
Israël heeft er belang bij om zoveel
mogelijk gebruik te maken van de mogelijkheden van de superpower en
bondgenoot Amerika. De strategie van de neocons is er dan ook op gericht om zo min mogelijk daylight te
krijgen tussen de belangen van de USA en Israël. Superpower USA kan
bedreigingen van Israël vanuit de islamitische wereld in toom houden. Israel
heeft er daarmee belang bij om Amerika ertoe te bewegen troepen naar de
islamitische wereld te brengen.
2.
Vanachter de rug van de USA kan Israël werken aan een Israelische
agenda. Zo heeft mede onder dekking van de USA de Mossad
grootschalig operaties uitgevoerd in Koerdistan. En onder dekking van de USA kan
er mogelijk straks tegen Iran worden opgetreden, iets wat Israël alleen
mogelijk niet zou aankunnen. En door de aanwezigheid in dat gebied zal de USA
eerder bereid zijn op te treden tegen Iran. En onder dekking van de USA kan Israël
ook zijn agenda met betrekking tot Libanon en Syrië uitvoeren.
3.
Sommige neocons kunnen er een mogelijkheid in hebben gezien om hun
religieuze agenda wat dichter bij verwezenlijking te brengen. Zo is
onderminister voor defensie op politiek gebied DOUGLAS FEITH een volgeling van
rabbijn Jabotinsky, die onder meer vindt, dat Jordanië eigenlijk tot Israël
zou moeten behoren.
4.
Al-Qaida en andere radicale groeperingen kunnen 9/11 hebben uitgevoerd om
wraak te nemen op de bemoeienis van de USA met de islamitische wereld en de
strijd tegen de politieke islam, of om reclame voor de in hun ogen goede zaak
van de strijd tegen het westen te maken, of om de USA daarmee verder de
islamitische wereld in te lokken, omdat de USA in de islamitische wereld mogelijk
beter kan worden bestreden.
5.
De zakelijke belangen van BUSH en CHENEY. BUSH heeft zijn achterban in de
oliestaat Texas. De familie BUSH heeft ook zelf grote belangen in de olie en
alleen al de verhoging van de onzekerheid door de spanningen doet de kassa door
een hogere olieprijs rinkelen. CHENEY was eerder topman van Halliburton. Dat
bedrijf heeft samen met zijn dochtermaatschappijen in Irak vele grote orders
gekregen.
6.
En dan zijn er nog de Amerikaanse geostrategische belangen van de olie en
gasvooraden in de islamitische wereld en Centraal-Azie. Die belangen zijn er ook
op gericht het expansionisme van China en India tegen te gaan. Onder meer
Afghanistan kan daarbij als buffer en transportland worden gebruikt.
Er waren dus invloedrijke
personen en belangengroeperingen op het hoogste niveau in en rond de regering
BUSH, die belang hadden bij 9/11 en die over de middelen beschikten om een
dergelijke operatie uit te voeren. Daarbij zijn er ook duidelijk elkaar overlappende belangen, zoals de Israëlische belangen, de geostrategische
belangen, de zakelijke belangen en de olie- en gasbelangen. Die belangen konden worden gediend door een kleine groep van mensen op het hoogste niveau met
onderling uitgebreide contacten, waardoor men elkaar gemakkelijk zou kunnen
helpen bij het verwezenlijken van de nagestreefde belangen. En verschillende van
de betrokken personen hebben getoond het zonodig niet zo nauw te nemen, denk aan
LIBBY, RICHARD PERLE, DOUGLAS FEITH, ABRAMS, WOLFOWITZ, CHENEY en POWELL (denk
aan de show voor de Veiligheidsraad, waar hij later wel spijt van kreeg).
Als Al-Qaida of andere radicale groeperingen een dergelijk grootschalig
project zouden hebben uitgevoerd zonder dat de Mossad of de CIA daar
kennis van zouden hebben gehad, dan zouden die hun werk slecht hebben gedaan. De
CIA heeft zelf Al-Qaida
opgericht en was medeoprichter van de Taliban.
Israël heeft bijvoorbeeld Hamas
jarenlang financieel gesteund en de Mossad
was in de Hamas-beweging geïnfiltreerd.
Al twee maanden vóór de
aanslagen riep BUSH de 21ste eeuw uit tot eeuw van de democratie. Hij noemde
daarbij onder meer de regeringen van Afghanistan en Irak als obstakels bij de
realisering daarvan. En RUMSFELD
riep al een dag na de aanslagen, dat hét moment was aangebroken om op te
trekken naar de Golf. En in de regering BUSH werd de volgende dag ook al
gesproken over een nieuw Pearl Harbor.
Op
pagina 52 van Rebuilding America’s
defenses (2000) staat:
“Further, the process of transformation, even if it brings revolutionary
change, is likely to be a long one, absent some catastrophic and catalyzing
event – like a new Pearl Harbor.“
9/11
dus?
Mr. drs. J.J.
v.d. Gulik, 6 mei 2006
terug naar de thuiszijde van Heemland
Terug naar Heemland 29, Ten geleide
Terug naar hoofdblad
Terug naar Heemland-archief 2004, 29-31
Terug naar Heemland 30, Ten geleide
Einde van Heemland 31
e-post: heemland@heemland.nl