HEEMLAND 25 (kerst 2002)

 

Doodstraf, een contradictio-in-terminis

Reactie op het artikel "De doodstraf ter discussie"

De schrijver noemt als argumenten voor de doodstraf:
1. individuele preventie (de dader doet het niet meer)
2. generale preventie (geen navolging)
3. lagere kosten dan vrijheidsberoving.

Deze stellingname berust op een bepaald geloof over wat dood is. Maar niemand weet wat dood is. Als je niet weet wat dat is, dan kun je ook niet weten of dat wel een straf is. Doodstraf als begrip dus exit. Blijkbaar wordt gedoeld op levensbeëindiging als maatregel. De uiterst ongelukkige discussievervuiling met die over abortus en euthanasie, beide ook niet bedoeld als strafmaatregelen duidt daar al op. Als je niet weet wat dood is, dan kun je ook niet stellen, dat er geen speld tussen valt te krijgen, dat de dader het niet weer doet. Argument 1 (individuele preventie) exit.

Uit talloos goed gedocumenteerd onderzoek in landen met de doodstraf blijkt, dat er geen afschrikwekkende werking uitgaat van de doodstraf op potentiële daders van vergrijpen tegen het leven. Dit komt, omdat een moordenaar per definitie niet 'bij zijn volle bewustzijn' moordt. Wat is bewustzijn ? In het latijn-frans vallen de begrippen bewustzijn en geweten samen in een enkel woord: conscientia, conscience !! Derhalve argument 2 (generale preventie) exit.

Het argument van maatschappelijke kosten van de straftenuitvoerlegging, van een veel geringere orde dan de twee eerste argumenten, kan gemakkelijk worden weerlegd. In alle landen met de doodstraf zijn de kosten hoger dan die bij levenslange gevangenisstraf als men ook de kosten van de ellelange procedures ter voorkoming van de doodstraf meetelt.

Maar belangrijker is, dat de schrijver geen idee heeft van wat een straf is, wat het strafrecht beoogt te bereiken. Het element maatschappelijke wraakneming is in de gehele wereld als zodanig verlaten, behoudens daar waar theocratieën zich laten voorstaan op de vermeende wil van god. Ter dood brengen als maatregel ter bescherming van de samenleving tegen gevaarlijke want hersenbeschadigde (potentiële) daders is van een geheel andere orde, dan het pleit voor dood als straf.

Doden in het kader van oorlogshandelingen op grond van nationale of internationale bevelsstructuren dient eveneens buiten het strafrecht te worden bestudeerd.
Er is hierbij geen enkel verschil tussen enerzijds het doden door staten zoals de VS, Israël, maar ook Nederland, dat niet alleen 1800 bommen en raketten gooide op Servië, maar na de oprichting van een internationaal strafrechthof zijn eigen F-16 piloten opdraagt boven Afghanistan zelf te bepalen of de bommen moeten worden afgeworpen, zodat niet ‘de politici van normen en waarden’ maar hun piloten kunnen worden gedaagd, en anderzijds het terrorisme, wat niet anders is dan oorlogshandelingen door individuen en entiteiten zonder nationale bevelsstructuur gewettigd door een grondwet. Doden tijdens oorlog is ook lang niet altijd bedoeld als straf, maar wel als veiligheidsmaatregel, bijvoorbeeld door Mladic in Srebrenica.

Tenslotte wijs ik erop, dat men menselijk leven niet moet verabsoluteren. Het ombrengen van miljoenen hoogontwikkelde landbouwdieren uit vrees voor verlies van consumentenvertrouwen wordt thans terecht bestreden, daar waar abortus en euthanasie per definitie doelen op beëindiging van levensvormen met een bij landbouwzoogdieren vergeleken minimale cerebrale functie.

 

Drs Alfred Vierling,

22 november

 

 

terug naar Heemland 25, De doodstraf ter discussie

terug naar Heemland Hoofdblad

naar Heemland 25 Ingezonden: Een economische blik op immigratie