HEEMLAND 23 (lente 2002)
De woede zit bij oud en jong, en overal
Wanneer laat het gevestigde gezag eindelijk zijn
harteloosheid varen die het al tientallen jaren lang inneemt tegen het
oorspronkelijke Nederlandse volk uit de lagere en middenklassen van minder
gegoede afkomst ? Massaal zijn deze mensen, meest huurders, uit hun steden
verdreven de zomp van de polders in, met inleveren en afleggen van veel van hun
culturele bagage en financiële reserve om de woningen van armzalige bouwaard te
betrekken en te betalen die het profitariaat van deze smerige operaties, te
weten overheden, bouwwereld en andere commerciële zelfverrijkers, hun tegen
woekerprijzen aanbieden.
Voortdurend gekweld door de moraliserende praat van hun
kerkelijke en politieke elites hebben zij een zeer hoge prijs moeten betalen: de
ontneming van hun gevoel voor collectieve Nederlandse eigenwaarde in ruil voor
een cultureel arm, op consumptie gericht, aan commercie uitgeleverd,
pseudo-individualistisch bestaan in een land dat - onder regie van hun
eigen Staat - volgestouwd is met vaak brutaal koloniserende vreemdelingen,
en wee degeen die er iets van zei.
Veel Nederlanders beseffen langzamerhand dat hen en hun
kinderen het perspectief op een wezenlijk betere toekomst in het eigen land
onthouden is door het elitaire gezag. Ze zijn er voor de bovenlaag slechts om de
confectie-producten van de industrie tegen zo hoog mogelijke prijzen af te
nemen, en tijdens de laatste ‘paarse’, neoliberale decennia moeten ze ook de
noodzakelijke, onmisbare nutsvoorzieningen op dezelfde wijze gaan betalen
vanwege de uitverkoopacties der overheden van bijna alle staatsbezittingen en
staatsbedrijven, die verkocht zijn om de te maken hoge kosten voor de
massa-immigraties te lenigen.
Jarenlang zijn de Nederlanders wel gewaarschuwd, maar die
waarschuwers waren zogenaamd "rechtse extremisten" die door het gezag
zwaar gedemoniseerd en gemarginaliseerd werden. Hun boodschap is toen door de
demonisering niet erkend. De boodschappers werden als zotten bespot, ook door
‘Jan met de pet’ zodat ruim een kwart eeuw zondermeer verloren ging om het
land naar Nederlandse aard te behouden, Nederland weer leefbaar te krijgen en de
immigratie te keren.
Thans spreken dezelfde media alweer smalend over de kiezers
van Fortuyn, als over "witte’ mannen van boven de vijftig die omdat ze
'ouwe lullen' zijn, rancuneus zijn. Maar zo volledig belazerd en verlinkt door
de media, de politiek en het kapitaal is die wrok toch heel terecht. De wrok
beperkt zich overigens niet tot hen maar is algemeen geworden.
Ook jonge gezinnen weten nu toch wel dat hun
ontplooiingsmogelijkheden door de geschapen schaarste en duurte in dit land zeer
beperkt geworden zijn. Als alleenverdiener, starter of huisvrouw-moeder heb je
het volledige nakijken dankzij de duurte en volte. Met z’n tweeën werken
móét gewoon, anders kan je het hoofd niet boven water houden. De
woongelegenheid is al een halve eeuw schrikbarend van kwaliteit en is onder Kok
bovendien ook nog eens onbetaalbaar gemaakt.
Nu roert zich zelfs de gegoede burgerij die lange tijd
gemeend heeft dat de uitwassen van de multiculturalisering haar niet zouden
raken. De onveiligheid en de algemene schaarste aan goede voorzieningen bereikt
ook de parkwijken van de gesettelden. Ze zien nu ook de moeite die zelfs hun
kinderen soms tegenkomen om zich in dit nare, dure land temidden van de
multiculturele dreiging in een hard kapitalistische maatschappij staande te
houden. Het is met name deze rechts-conservatieve, al dan niet liberale burgerij
die in Fortuyn haar zaakbehartiger heeft gevonden.
Fortuyn noemt zichzelf in zijn boeken een ‘gewone burger’ die met zijn oplossingen als een soort verlosser is gekomen en het land zal gaan redden. Hij beseft dat er een kwart eeuw verloren is gegaan en aanvaardt contre-coeur de voldongen immigraties. Opzich getuigt het van werkelijkheidszin om voldongen feiten maar te aanvaarden, maar of hiermee recht gedaan wordt aan het rechtsgevoel van de vele zeer geschade Nederlandse burgers is maar de vraag. Zij ondergingen de kolonisaties van hun land die hun door de ‘eigen’ Staat afgedwongen zijn. Ook krijgt men er geen solidaire Nederlandse samenleving mee terug.
De woede van de Nederlanders die zich jarenlang al misdeeld, verloochend en achtergesteld voelen, is zo hoog opgelopen dat deze geest, nu ze uit de fles is, niet meer zomaar verdwijnt. Nooit is er bij het gezag sociaal-politiek enige aandacht geweest voor hun terechte zorgen; en hun gedachten werden verdoemd. Diep wantrouwen tegenover de Staat en afkeer van ‘de politiek’ zijn er de gevolgen van, waarbij de gevestigde orde heel, heel blij mag zijn dat zich dat nu kanaliseert langs de weg van stemmen op Fortuyn.
Als we de lijst van personen en de entourage rond hem
bekijken weet deze zich omringd door mensen uit de geslaagde boven- en
middenlaag van de maatschappij, mensen die niet zelf rechtstreekse persoonlijke
schade van kolonisatie en begeleidende repressie ondervonden. Alleen al ruim
1.200 Nederlanders weten zich onrechtvaardig door rechtbanken veroordeeld door
de repressieve antidiscriminatie in dienst van de politieke correctheid,
blijkens een proefschrift van Th. Rosier uit 1997.
De roep om het praktische herstel van grondrechten, met name
van meningsvrijheid, van de vrijheid van denken, om gedachten en gevoelens te
mogen uiten in woord en geschrift, is heel terecht gesteld door Fortuyn en
anderen. Op dit immateriële publieke vlak heeft Fortuyn volkomen gelijk.
Maar materiëel doet hij jammer genoeg in zijn schrifturen
geen moeite om de lasten over de verschillende bevolkingsgroepen billijker te
gaan verdelen. Met andere woorden: hij laat de lastenverdeling bij het oude,
valt er zich geen buil aan.
En hij laat daarmee de uitbaters van de koloniseringspolitiek
met de vergaarde buit door gekweekte schaarsten wegkomen. Die uitbaters zijn met
name te vinden in het bank- en verzekeringswezen en in de bouwwereld en zijn
belendende sectoren. Van de laatste komt uitgerekend de primaire steun voor de
opgang van Pim.
De momentane steun voor hem is ongetwijfeld breder. Hij
krijgt die steun ook van wie zich echt al lange tijd misdeeld weten, Nederlandse
groepen die hun hoop op een eigenlijk al niet meer verwachte, wezenlijke
kentering die hen en hun ‘heemland’ ten goede zou kunnen komen, nu op hem
gevestigd hebben. Het is vanwege Pim’s entourage uit de betere kringen en zijn
eigen plannen maar zeer de vraag of hij wel de persoon is die hiertoe enige
aanzet zal geven als hij aan de regering deelneemt.
Hij heeft gelukkig wel felle kritiek op het gevoerde bestuur
van het land en wil dat de ontspoorde publieke sectoren maar eerst eens intern
orde op zaken stellen voor er weer financiële claims richting
belastingbetalende middenmoot komen, maar hoe zeker is dat? Voor regeren wil hij
aan een coalitie deelnemen waarin CDA en VVD zitten.
De ‘linkse’ partijen bij monde van Kok, Melkert en
Rosenmöller verwijten Pim een asociaal, hard en harteloos beleid te willen gaan
voeren. Aanwijzingen menen zij hiervoor te vinden in zijn plan tot afschaffing
van de huursubsidie en van de niet met het werk gerelateerde WAO. Over beide
voorstellen valt heel veel te zeggen.
Het verwijt van links dat afbouw van de individuele
huursubsidiëring de laagste inkomensgroepen in hun besteedbaar inkomen gaat
beperken is vooralsnog een slag in de lucht omdat die afbouw gepaard zal gaan
met òfwel herinvoering van objectsubsidies, de heilloze,
gemakzuchtige weg die Pim voorstelt om de bouwers en woningcorporaties te
ontzien, òfwel wettelijke algemene huurverlagingen, een weg die het geld
daar haalt waar het tientallen jaren lang opgepot is.
Die laatste weg haalt de zogenaamde ‘armoedeval’ weg en
bestrijdt tegelijk de stille armoede der lagere middenklasse. Bovendien is er
geen beter middel - mits jarenlang volgehouden - om de gierende
inflatie (het wonen lijdt onder superinflatie) te bestrijden.
Risicoloze investeringen in vastgoed en kale woningbouw zijn
te verleggen naar hoogwaardig ambachtelijke (woning)bouw en vernieuwende
bedrijvigheid. Is de woeker uiteindelijk weggenomen uit de woongelegenheid, dan
vervalt een voorname reden om loonstijgingen te eisen.
Bij een coalitie van hem met ‘rechts’ valt, - ook al
gezien zijn elitaire entourage -, te vrezen dat er vooralsnog van
lastenverlichtingen voor de lagere en middeninkomens die de afgelopen kwart eeuw
regelmatig kaal geplukt zijn, niets terecht zal komen.
Maar van een ‘links’ roodgroen, oftewel bruin kabinet met
gedoogsteun van ultralinks hebben deze groepen nog meer onheil te vrezen.
Verdere afroming ten behoeve van het socialistisch koesteren van de benedenlaag,
vooral van het allochtone gedeelte hieronder, het neerleggen van alle rekeningen
bij de middeninkomens, de voortgang van de kolonisaties en de begeleidende
onderdrukking van Nederlanders door de overheid worden dan zeker niet gestopt.
Het lijkt alleszins op het oude gezegde: "of je nu door
de hond of de kat gebeten wordt, het maakt voor ons toch niks uit", alleen
met ‘links’ zal het voor onze kinderen nog erger worden.
Wat zeer verbijstert, is dat lieden van VVD- en PvdA-huize
voor de televisie openlijk durven beweren dat ze nooit geweten hebben hoe hoog
de woede is opgelopen onder grote delen van de gewone Nederlandse bevolking in
allerlei buurten. Echt niet enkel in de zogeheten ‘achterstandswijken’,
overal is men gekant tegen de elites en tegen het gezag.
Als we een defensieminister De Grave of een Marcel van Dam
horen beweren dat ze van niets wisten en de laatste horen zeggen dat de PvdA met
heel veel nederigheid die wijken in moet om alles uit te leggen, dan denkt
iedereen toch: wat een verdomde rotzakken. Liegen ze zo hard, zijn ze zo naïef,
of zijn ze echt van God los? En dan durft Van Dam nog te zeggen dat hij die
gewone burgers toch wil zeggen dat ze wel door de PvdA "verwaarloosd"
zijn maar dat ze niet achter de "verkeerde leiders" aan moeten lopen;
maar dat het wel 20 jaar gaat duren voor hun situatie zal verbeteren, wat een
doortrapte ellendeling om dat te willen kunnen zeggen vanuit zijn positie en
achtergrond !
Typerend is dat Hans Dijkstal, ja die met z’n saxofoon uit
Wassenaar, eerst bij de Nederbelgen in Brasschaat z’n verkiezingsverhaal heeft
afgestoken alvorens hij Nederland induikt, eerst even de Nederbelgen vertellen
dat ze toch vooral VVD moeten stemmen voor het veilig stellen van hun zeer
soepele fiscale behandeling met name hun hypotheekrenteaftrek voor hun riante
villa’s en kasteeltjes.
Is het merkwaardig dat de uitgeperste burgerij in de
opgeleukte eengezinswoninkjes en casco-dooshuizen voor een half miljoen gulden
of meer in de polderwijken heel anders over de VVD en het CDA is gaan denken? Je
mag je afvragen: wie er de afgelopen ‘paarse’ tijd eigenlijk niet steeds
woedender geworden is bij de stelselmatige ophogingen van lasten en prijzen??
Misschien heeft zelfs een Fortuyn niet beseft dat de woede
onder veel meer Nederlanders leeft dan hijzelf ooit gedacht had. Misschien dacht
hij inderdaad slechts - getuige zijn boekje - aan de achterstandswijken
en níét aan de vele poldervluchtelingen die figuurlijk uitgekleed zijn
in duur, naar, propvol Nederland. Ook heeft hij zich moeilijk kunnen denken dat
op vele maatschappelijke terreinen de corruptie en de zakkenvullerij, de leugen
en het onbegrip zo om zich heen zouden vreten, zo gewoon zijn geworden.
Melkert heeft boter op z’n hoofd om Fortuyn harteloosheid
te verwijten, terwijl diezelfde partij van Melkert zich ongenadig harteloos
gedragen heeft naar de oorspronkelijke Nederlandse bevolking toe, zozeer dat de
PvdA de Partij voor de Allochtonen genoemd wordt ofwel de Partij van de Armoede
voor de oorspronkelijke bevolking. Verstrikt in een politiek van dweepzieke
moraliteiten, waar het het buitenland en buitenlanders betreft, maar gespeend
van elk gevoel en besef van wat oorspronkelijke Nederlanders is aangedaan met zo’n
barre politiek. Het verwijt van hem naar Fortuyn toe is het toppunt van omkering
van de feitelijke gedragingen.
Harteloos is de oorspronkelijke Nederlandse samenleving door
haar regering en de gevestigde orde behandeld gedurende de laatste dertig jaar
onder Den Uyl, Lubbers en Kok. Als een naamloos onbestemde, kneedbare massa
mensen. Veel Nederlanders kunnen zich nauwelijks meer vinden in dit land, zo
intens landschappelijke vernield, zo maatschappelijk verziekt is dit land
geworden, zo is de leefbaarheid achteruit gehold, zo onbetrouwbaar, zo
onbehulpzaam hebben ze te vaak ‘hun overheid, hun Staat’ leren kennen. Mogen
ze soms woedend zijn ?
Mart Giesen
terug naar hoofdblad heemland
terug naar Heemland 23, Ten geleide
Naar Heemland 23, Met of zonder Pim, we stevenen af op een sociale ramp