HEEMLAND 17
NEDERLANDSE INFLATIE
In Scandinavische landen zoals Finland is het zonder enige discussie gebruikelijk om begrotingsoverschotten direct te besteden aan leniging van de staatsschuld; hoe geheel anders is dit in Nederland waar keer op keer geredekaveld wordt over het doen van extra overheidsuitgaven bij een ‘meevaller’. Blair wendt de veilingopbrengst (¦
80 miljard) van UMTS-licenties geheel aan voor verlaging van de Britse staatsschuld. Zelfs in de VS wil de regering binnen 15 jaar de staatsschuld volledig afbetaald hebben; zeer verstandig vanwege handelstekorten van US $ 400 miljard, ontstaan door chronische overconsumptie met leningen van particulieren.
Ook voor Nederland met zijn vergelijkbare oververhitte economie aan die van de VS, zou dit verreweg het beste zijn. Maar vanwege andere prioriteiten kan hier de minister van Financiën, Gerrit Zalm eronderuit met te zeggen, dat de koers van de gulden gekoppeld is aan de euro, en monetaire politiek vanaf de opname van de gulden in de Europese muntunie niet meer onder zijn verantwoordelijkheid valt maar onder die van de Europese Centrale Bank. Hij prijst zich hier gelukkig om en zegt erbij dat een inflatie van even boven de 2% alleszins meevalt; hij bedoelt dan wel de ‘officiële’ inflatie, niet de echte! Zalm doet alles lachenbekkend af en toont een fijn gebrek aan zorg over de gulden. Linkse partijen maken het zo bont dat ze ‘meevallers’ direct willen besteden aan extra overheidsuitgaven, zeg maar: aan bodemloze putten.
Euro op de glijbaan en Duitse ongerustheid
Sinds de invoering van de euro is deze munt, en dus ook de gulden, 25% in waarde gezakt zodat Europa bijna een ontwikkelingsgebied lijkt te worden tegenover de VS, en met te goedkope euro’s op andere markten met dure dollars grondstoffen zoals benzine moet inkopen. Terecht zijn in Duitsland velen ernstig verontrust over de koersdaling van de euro, ook de politiek, vooral ‘conservatief’ is ermee bezig nu men zijn spaargeld en pensioen (meest staatspensioen) dreigt te zien uithollen door de ontaarding. De D-mark is daarentegen zeer solide, er bestaat de traumatische herinnering aan de vooroorlogse hyperinflatie, over de waardedaling van de euro maakt men zich dus zorgen. Duitsland kent nu één jaar deze koersontwaarding in tegenstelling tot hier. Ze willen hun D-mark houden, 50 – 70% wil dat! Ook de weerzin in Groot-Brittannië tegen eventuele toetreding tot de Eurozone neemt alleen maar toe gezien de ontwaarding van de euro.
In Nederland heerst intern al jaren een zeer grote geldontwaarding van jaarlijks 20% van spaartegoeden en pensioenen door de prijsexplosie van wonen die niet in de formele inflatie van rond 2% doorberekend wordt. Van deze interne woonprijsinflatie trekt het politieke betuur zich niets aan; integendeel, het komt haar bijzonder goed uit en is door haar tot en met gestimuleerd. Hoge, immer stijgende overheidsinkomsten en economische groei zijn het gevolg geweest van de gestimuleerde prijsstijgingen van wonen, bouwen, verhuren en verkopen; deze informele interne inflatie is de hoofdoorzaak van het economische ‘wonder van de polder’.
Hoe anders weerklinkt in officiële kringen hier echter een gek juichtoontje; Nederland neemt plaats nummer één in voor zakendoen, zoals Hong Kong vroeger, met torenhoge prijzen voor onroerende goed. Maar alle Nederlandse topondernemingen hebben zich wel ingedekt door opbouw van hun grootste belangen in Amerika, ze staken met grote sommen geld, vele honderden miljarden guldens, op overnamepad de oceaan over.
Het dagelijkse leven is onder polderpaars ruim dubbel zo duur geworden.
Dat het leven al sinds 1990 voor gewone werknemers, ambtenaren en uitkerings- en pensioengerechtigden minstens twee tot driemaal zo duur is geworden voor eerste levensbehoeften als wonen, vervoer, ziektekosten en alledaagse nutsvoorzieningen onder neoliberaal christelijk en paars bewind wordt door politici en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven nooit vermeld. Het verhullende woord ‘loonmatiging’ afgesproken tussen overheid en bedrijfsleven inclusief vakbonen wordt soms gebezigd prompt verdedigend gevolgd met beheersing van de loon-prijsspiraal als motief. Op geen enkel moment heeft de rijksoverheid de burgers gewaarschuwd voor de te verwachten nadelen van haar beleid. Zeer veel huishoudens waar thans twee ruime inkomens binnenkomen, jonge mensen meest, voelen het misschien niet zo, maar de realiteit voor anderen die deze polder-inflatie niet voorzien hadden of er zich niet tegen konden wapenen, is slecht.
De Nederlandse elite heet het land opgescheept met een meedogenloze politiek van immigratie en integratie sinds begin jaren zeventig (toen de staatsschuld slechts 30% van het BBP was; nu overigens nog 60%), een politiek die z’n weerga niet kent in de geschiedenis van dit land; en al die leefruimte en al die centjes moesten, behalve uit de rijkelijke baten van het aardgas, ergens vandaan komen. Om meer werkgelegenheid te scheppen werden al in de jaren tachtig onder Lubbers de lonen gematigd om de lasten van het bedrijfsleven te verlichten en dit zoodoende ruimte voor investeringen en vernieuwing te geven; tegelijk werd de groeiende massa nieuwe allochtone landgenoten voorzien van werk en huisvesting. Vanwege loonmatiging, liberalisering en immigratie moest in de dure negentiger jaren menigeen tenslotte met z’n tweeën gaan werken; voor wie in die jaren langere tijd buiten de arbeidsmarkt raakte, was het een hard gelag, vaak hopeloos, passend werk verkeken, soms voorgoed geestelijk aan het malen, en vaak juist in één adem als problematisch genoemd met groepen van elders waarvoor plaats werd ingeruimd. Ter vergoeilijking van deze uitstoot van werknemers in de tachtiger jaren beweert noga bene premier Kok, destijds verantwoordelijk voor dit beleid van vervroegde uitstoot van ‘ouderen’ als voorzitter van het FNV, dat het wel moest omdat de jongerenwerkloosheid vooral onder allochtonen in die jaren torenhoog was. Later besloot diezelfde Kok als vice premier tot de sterke beknotting van de WAO-rechten, deels dus voor dezelfde mensen die eerst zonodig plek voor anderen vrij moesten maken middels ontslagen wegens reorganisaties, afkeuringen, vervroegde uittredingen, makkelijke wet- en regelgeving terzake en dergelijke.
Paars geregisseerde sociale uiteendrijving en verarming van de autochtonie
Deze inleveraars zijn niet de mensen die vorig jaar voor liefst 10 miljard gulden aan extra hypotheken opnamen op de overwaarde van hun huizen –dus op gebakken lucht -, om extra consumptieve uitgaven te doen waarmee ze een beangstigend deel, bijna eenderde van de economische ‘groei’ (1,25 procentpunt van de ±
3% groei) voor hun rekening namen, op de pof wel te verstaan, en verdere prijsstijging van wonen veroorzaakten. De miskende informele jarenlange polder-inflatie onder paars heeft in dit land ondertussen geleid tot aanzienlijke sociaal-economische en –psychologische verschuivingen. Het recht van de sterkste, rijkste, brutaalste en gewiekste zegeviert overal. Een ware uiteendrijving van de bevolking in immer rijkere eigenaren van degelijke, dure huizen en verarmende anderen.
In 1997 – men dacht toen dat na vijf jaren forse stijgingen het ergste van de huizenprijsexplosie wel voorbij was –werd er door een enkeling zoals Maarten Schinkel in de NRC van 27 december 1997 voor deze sterke uiteendrijving gewaarschuwd. Er werden ook toen nog huizen verkocht omdat de top wel bereikt scheen, een spoedig herstel van evenwicht op de woningmarkt in zicht leek en een rem op de bevolkingsdruk verwacht werd. maar het werd nog erger.
Huurders en laatkopers zijn door de huizengekte en woonlastenstijgingen volledig in de luren gelegd, hoe spaarzaam ze ook waren. Hun spaargeld is in koopwaarde ruim gehalveerd. Zij zijn de grote verliezers, ‘loosers’ beland aan de verkeerde kant van de streep, straks ondergedompeld door oplopende geldontwaarding van de euro; en voor de elite lekker in te delen als omvangrijke autochtone delen van de armere burgerij, dankzij hen gelukkig geen discriminatie naar welvaart tussen allochtoon en autochtoon in Nederland. Niet bijdehand geweest, deze naïeve, verarmende pechvogels die "niet soepel met hun tijd zijn meegegaan" zoals dat tegenwoordig heet.
Kopen op de pof van een woning gebaseerd op het ‘huishoudinkomen’ (van twee dus) met aflossingsvrije leningen, en kinderopvang door grootouders en in opvangverblijven zijn noodzakelijk geworden om door te blijven werken en om de kosten die het poldermodel bracht, op te kunnen brengen. Een woning kopen zonder dubbel-inkomen is te vergeten; dan is er stille armoe en geen uitzicht op welvaart. Tegen de klippen op streven vele egocentrisch, materialistisch ingestelde jonge tweeverdieners ernaar "het te maken", anders dan hun argeloze, inschikkelijke ouders. Die mentaliteitsomslag moest wel gemaakt worden, anders was je verloren. Werkelijk alles is van een prijskaartje voorzien, het geld van afgod Mammon is de maat van alles geworden, stoffelijk en geestelijk, gevolg van de amerikanisering van het moderne maatschappelijk leven.
Zorgen om sociale samenhang en onbetaalbare huisvesting
De wijzigingen in denken en doen bij de jongere generaties van de bevolking dateert van rond het midden van de negentiger jaren. Ze wendden zich volledig af van de politiek en de multiculturele problemen en gingen sociaal op z’n Amerikaans leven, toegewijde materialisten. Het paarse kabinet-Kok I, dat begon in 1994, wist de jarenlange voorbereidingen van de kabinetten Lubbers met het plan om het sociaal-economische stelsel in Nederland volledig op Anglo-Amerikaanse leest te schoeien, zonder acht te slaan op de nadelen, binnen luttele jaren gehaast te voltooien. Moest de arbeidsparticipatie van ouderen onder Lubbers omlaag, nu moest iedereen met een uitkering (weer) werk zien te vinden, het tweeverdienerschap werd tot regel en maatstaf gemaakt en fundamentele politieke oppositie was door de media ondertussen met succes neergesabeld.
Het leven, vooral primaire zaken in verband met wonen, en onmisbare diensten en belastingen werden veel duurder gemaakt door bedrijven en overheden die rijk werden, doordat ze wel volop geld bij de vele tweeverdienerstellen binnen kunnen krijgen. De rest moest maar zien. De jacht op geld en huizen leidde tot krankzinnige aandelenkoersen en huizenprijzen; de koersen zijn de afgelopen tijd diverse keren flink gecorrigeerd want aandelen worden dagelijks in miljoenen verhandeld, en vraag en aanbod heffen elkaar altijd weer op omdat winst genomen wordt en verwachtingen bijgesteld; niet zo de huizenprijzen, die torenhoog blijven stijgen vooral vanwege de permanente schaarste op de ‘markt’ door ondermeer de permanente immigratie, zo gewild door de Nederlandse politieke en kerkelijke elites om te komen tot een ‘open multiculturele samenleving’ naar Amerikaans model. Bij de definitieve vervanging van de gulden door de euro die toch 2,2 maal zoveel waard zou zijn, zal het in het Nederland van 2002 net lijken of de prijzen, in getallen, niet zoveel gestegen zijn vergeleken met vijf jaar tevoren: één euro van straks lijkt één gulden van toen, omdat de gulden sindsdien in waarde ruim gehalveerd is; bedankt paars! Al met al is het Nederlandse volk een oor aangenaaid van jewelste.
De economische schijngroei van Nederland binnen de Eurozone
Wellink, president van de Nederlandse Bank (DNB) heeft voor de zoveelste keer alarm geslagen over de enorme jaarlijkse stijging met 20% van de huizenprijzen (de woonprijsinflatie) die een steeds grotere impact krijgt op de Nederlandse economie: de groei komt hoofdzakelijk hierdoor (1,25 procentpunt). de investeringen in en prijsstijgingen van huizen onttrekken enorm veel kapitaal aan productieve bedrijvigheid; op termijn is het schijngroei en economisch gevaarlijk, zelfs voor de lenende banken. De helft van de kopers vindt dat ze veel teveel moeten betalen, maar door gewenning aan de absurde ‘woningmarkt’ en uitsmeren over een lang leven met behulp van grotendeels aflossingsvrije hypotheken zijn de hoge huizenprijzen door de kopers "geaccepteerd als voldongen feit" en denkt tweederde niet zelf in de problemen te zullen komen, eenderde denkt dat dus wél! als de huizenprijzen met 20% zakken en de rente 1% toeneemt, neemt de economische groei met 2 procentpunt af, tweederde dus. Mag je het hopen, want Wellink geeft nog steeds geen generieke woonprijsverlichtende adviezen?
Het minste advies kon zijn de wettelijke huurverhogingen af te schaffen. Algemene woonkostenverlichtingen zouden de druk op de lonen, de prijzen (vooral die van huizen) en de inflatie verminderen waar de DNB om vraagt! Het zou sociaal zeer heilzaam zijn, terwijl de stand van de financiën van het Rijk niet geschaad wordt. Voor Maarten Schinkel zijn blijkens zijn commentaar in de NRC van 23 juni j.l. de berekeningen van de DNB een welkome bevestiging dat het ‘ordinaire’ opjutten van de huizenprijzen tot exorbitante hoogte de vrijwel enige motor geweest is voor de ‘groei’ van de Nederlandse economie in vergelijking met omringende landen, en níét het bejubelde poldermodel zelf! Hij voorziet grote problemen voor de kopers van de te duurgeprijsde woningen van de laatste jaren; vooral jongeren van onder de dertig spelen struisvogelpolitiek.
Wanneer de euro het enige wettige betaalmiddel wordt in de Eurozone, zal ons land één der duurste landen blijken te zijn: de bejubelde economische voorsprong van de paarse polderjongens van nu zou wel eens tot een grote achteruitgang kunnen leiden, de inflatie van de euro zelf zal verder oplopen en andermaal zullen grote groepen Nederlanders, deze keer ook jongeren, het gelag betalen.
Linda Gouderak
Terug naar hoofdblad
Terug naar Heemland 2000, 15-18
Naar Heemland 17, Beschouwingen