HEEMLAND 12 (kerst 1998)

 

BESCHOUWINGEN

De verloedering van het land

De leefomstandigheden zijn voor veel burgers die er niet voor kunnen vluchten, al lange tijd behoorlijk aan het verslechteren. Een voorbeeld is de volkshuisvesting. Aantrekkelijke èn betaalbare woningen zijn er nauwelijks te vinden. Krappe, dure nieuwbouwwoningen, met benepen woonruimtes buiten het hoofdvertrek en van matige tot slechte kwaliteit en vormgeving, weerspiegelen de nieuwe armoede en nieuwe woningnood. Vanwege ruimtegebrek, door massa-immigratie veroorzaakte huizenschaarste en explosieve prijsstijgingen van grond en bouwen schijnt deze wijze van bouwen niet anders te kunnen. De naoorlogse woonwijken met hun troosteloze flats vinden in dit soort nare woningbouw hun hedendaagse voortzetting, gevolg van het volstrekt ongepaste en onverantwoordelijke gedrag van de eigen overheid die de geboortebeperking van Nederlanders afstrafte met onbelemmerde immigratiegolven. Het is verschrikkelijk wat opeenvolgende regeringen met onze woonomgeving, ons land, hebben uitgevreten.
Op andere terreinen van overheidsbeleid is de toestand niet beter. Er mag veel betaald worden, maar de burger moet een eindeloos geduld en begrip opbrengen. Heel vreemd steken onze dagelijkse ervaringen af tegen de gepubliceerde overheidscijfers, die veel blijken te verdoezelen. Als de stijging van de daadwerkelijke woonlasten meegenomen zou worden in de berekeningen van de inflatie, zou deze jaarlijks ver boven het nu gehanteerde gemiddelde van twee procent uitkomen. Of het nu gaat het zou allemaal wel meevallen als we de officiële voorlichters moeten geloven. De overheid kan zo doorgaan omdat er geen fel, massaal, burgerlijk protest van Nederlanders te horen is, in ieder geval niet via de stembus.

Het geestelijke klimaat van aanpassing en ontkenning

Een verklaring vormt de golfsgewijze, niet direct agressieve aard van de processen. Bij de gegoede burgerij had men er zogenaamd geen "last" van; het was hoe dan ook "bon ton" om dat te zeggen. Het was niet in hun buurt. Je kon ook gewoon wegkijken. Als Nederlanders maar zwegen, stond hun baan niet op het spel. Bovendien speelt mee dat veel jongeren geen weet hebben van de veel betere omstandigheden en vooruitzichten in het Nederland van de jaren zestig en reeds opgroeiden met allerhande Amerikaanse sociale vaardigheden en gebruiken die passen bij de cultuur van de marktwerking. Ook aan de wassende aanwezigheid van grote groepen uitheemse volkeren raakten ze min of meer gewend, evenals aan het idee dat ervoor ingeschikt moest worden en eraan voorrang verleend werd, waartegen verzet immers gelijk gesteld werd aan discriminatie wat zo ongeveer de ergste doodzonde is die je kon begaan.
Het is een materialistische en hedonistische tijd. Het maatschappelijk leven wordt beheerst door gerichtheid op consumptie en snel veel geld verdienen. Individualistischer en egoÏstischer dan ooit moest je wel worden om vooruit te komen en jezelf staande te houden. Met zo’n mentaliteit zal gemeenschappelijk protest lang op zich laten wachten en wordt een collectief nationaal bewustzijn dat geënt is op verantwoordelijkheidsbesef voor en affiniteit met de eigen etnisch-culturele gemeenschap, niet bevorderd. Juist aan deze voorwaarden blijkt het te schorten bij de maatschappelijke bovenlagen die de toon zetten en in belangrijke mate de elite bepalen die ons bestuurt.

Politieke kentering door de massa-immigratie

politiek bekeken was de koek netjes verdeeld tussen linkse en rechtse partijen, links: PvdA en D66, en rechts: CDA en VVD, die elkaar min of meer in evenwicht hielden en elk hun bijzondere bevolkingsgroepen tevreden konden stellen. Rechts – zich zelfzuchtig blindstarend op economische vooruitgang – wilde gewoonweg niet zien hoe door een eerst sluipende maar allengs forse verandering van de omvang en aard van de bevolking ten nadele verloopt van het potentiële gewicht van zijn aanhang en daarmede van zijn ultieme politieke en culturele macht. De laatste landelijke verkiezingen in Nederland maar ook elders in Europa zullen deze demografische veranderingen die hun electorale weerslag gevonden hebben, pijnlijk duidelijk gemaakt hebben. Links zal op neoliberale, mercantiele wijze, ter wille van de werkgelegenheid en de fiscale inkomsten uit het bedrijfsleven, voorlopig de lakens gaan uitdelen. Inkomens- en vermogensafhankelijke regelingen en kwijtscheldingen vormen hierbij excellente bindings- en controlemiddelen voor de macht van links over de lagere inkomensgroepen. De kosten van verstrekte regelgeving, bedilzucht en bureaucratie zijn vooral voor rekening van de grote middenmoot, net zo als de ‘marktconforme’ prijzen voor goederen en diensten.
Tegen de achtergrond van dit blijvende verlies aan maatschappelijke invloed is nu her en der enig geestelijk weerwerk waarneembaar bij de gerenommeerde journalistiek en wetenschap, zoals bij Elsevier. Voor de enkeling die te vroeg z’n andersluidende opvattingen kenbaar maakte was er voorheen niets anders dan hoon en uitsluiting, of het nu een wetenschapper betrof als Buikhuizen of een versmaad politicus. Het openbare debat werd tientallen jaren beheerst door publicisten met linkse, progressief genoemde opvattingen, ook bij degenen van christelijke huize. Het heeft heel lang op zich laten wachten, voordat nu eindelijk openlijke, essentiële kritiek van gevestigde zijde loskomt. Overigens blijken CDA en VVD zelf nog steeds behoorlijk blind en doen media als NRC en Volkskrant nog maar eens een flinke schep extra linksliberale, multiculturele sop op hun ‘informatie’.

Het gebrek aan echte democratie

De bekommernis van de politiek om het zogenaamde algemeen welzijn is slechts gespeeld. Van enig communautair bewustzijn, van enig gemeenschapsgevoel is geen sprake tenzij het de exclusieve religieuze of economische groep betrof welke tekort zou zijn gedaan. Het gedram van sommige groepen over zaken van jaren her waarvoor nog genoegdoening gegeven zou moeten worden, stat in vreemd contrast met de geschiedenis van vergeten groepen waar niemand van de elites zich druk om maakt. Merkwaardig is ook dat er geen begrip is voor, laat staan waardige oplossingen aangeboden zijn aan wie de kolonisatie van hun buurten en de afbraak van tal van voorzieningen ondergaan. Het gaat de maatschappelijke elites kennelijk slechts om het eigen hachje, misschien nog om het belang van hun eigen zuil of partij. Nederland blijft een bij uitstek regentesk bestuurd land waar de elites onderling wel uitmaken wat goed is voor land en volk. Nooit wordt dit volk de mogelijkheid geboden tot het maken van keuzes op belangrijke momenten in zijn geschiedenis die essentieel zijn voor zijn toekomst; noch indirect langs het kanaal van de gevestigde partijpolitiek, noch direct middels referenda. Hete hangijzers, echte keuzes worden nooit voorgelegd aan de bevolking, maar hogerop beslist. Alle verhalen over de noodzaak van meer burgerschapszin ter verkleining van de kloof tussen burger en bestuur zijn lariekoek. Terecht wordt door sommige wetenschappers Nederland een éénpartijstaat genoemd, zo weinig laat men ter discussie en keuze over aan de burger.

De redactie

 

Terug naar Heemland 12, Ten geleide

Naar Heemland 12, Verdampt Nederland ?