HEEMLAND 11 (1998)

 

PARTIJPOLITIEK: DE JANMAAT-CD

De gebeurtenissen rond de nationaalgezinde partijen zijn voor de redactie een belangrijk onderwerp. Spijtig genoeg is er weinig positief nieuws te melden. De bestuurscrisis bij het Nederlands Blok waar activisten keer op keer na korte tijd uitgerangeerd worden, het afketsen van de fusiebesprekingen tussen de twee partijen uit de centrum-stroming, Centrumdemocraten en Nationale Volkspartij/CP'86, de overstap heen en weer van enige leden waaronder de heren Spanjersberg en Ruitenberg en de overlangse splijting van de CP'86 hebben vooralsnog niets opbouwends opgeleverd. Oud CP'86-voorzitter Ruitenberg werd door Janmaat net zo hard geroyeerd als hij eerst met tromgeroffel werd binnengehaald, dat toen er niemand meestapte naar de Janmaat-CD; hij mag z'n wonden likken bij de Volksnationalisten Nederland. Van der Spek, voorzitter van de fractie te Delft die het waagde met anderen te protesteren tegen de overvaltechniek van Janmaat bij "fusiebesprekingen" tussen zijn CD en CP'86, vloog op een Janmaat passend moment de laan uit en 'Rotterdam' werd onder curatele gesteld. De nieuwste versie van CP'86 houdt zich bezig met hagiografie rond Rudolph Hess, met welke heldenverering wij helemaal niets van doen hebben. Deze partij stelt zich verder op buiten onze overtuiging en politieke doelen.

Partij-organisatorisch is nationaalbewust Nederland een lappendeken aan het worden door een voortgaande versnippering, waarbij vergeleken de situatie in Vlaanderen ons als een verademing voorkomt. Met deze verwijzing naar Vlaanderen moet het de redactie overigens van het hart dat er weinig inleving van de zijde van onze zuidelijke geestverwanten getoond wordt voor de netelige partijpolitieke situatie in Nederland, terwijl omgekeerd volledige steun gevraagd wordt voor de voorgenomen vorming van de kleine Vlaamse staat. Er is geen interesse voor een gesprek over de situatie. De heelnederlandse aandacht wordt zo toch wel erg eenrichtingsverkeer en heel beperkt.

De versnippering wordt in niet geringe mate door leidende figuren in de diverse partijen zelf veroorzaakt. De grillen en grollen van een paar bestuurders bepalen de sfeer en fnuiken zo elementaire vormen van fatsoen en gevoelens van vertrouwen en betrokkenheid, waar een vereniging het van moet hebben als ze wil groeien.

Bij de Janmaat-CD bijvoorbeeld vond daadwerkelijke kaderopbouw, politieke vorming en praktisch overleg nauwelijks plaats. Inbreng van de enkele kaderleden werd niet geduld. Werving, klantgerichtheid, bereik- en aanspreekbaarheid, medezeggenschap, wederzijdse verantwoording, ledenbinding: je hoeft er niet om te komen bij deze club, het lijkt er vrijwel onbekend. Bij het NB van Vreeswijk is het niet beter, afspraken nakomen is er evenmin geliefd. Het persoonlijke, mandataire gewin staat er alteveel voorop. Van partijuitbouw is dan ook geen sprake geweest bij de CD, terwijl Janmaat wel reeds acht jaar onafgebroken voor de CD in de Tweede Kamer zit en daarmee tot en met de gelegenheid heeft gehad daar alle moeite voor te doen. Of ging het hem slechts om een riante pensionering in plaats van het dichterbij brengen van de verwezenlijking van politieke doelstellingen, of toch op z'n minst het uitdragen van maatschappelijke denkbeelden en het verwerven van aanhang daarvoor ?

Janmaat in zijn latere jaren heeft er voor gezorgd dat de CD een vergaarbak van politieke fortuinzoekers geworden is, de goeden niet te na gesproken, en dat het politieke program bestaat uit een samenraapsel van wat populistische voorstellen zonder enig stramien. Binnen de club heerst de zwijgplicht, benauwd als de meesten zijn om enige op- of aanmerking te maken en daarmee uit de gratie te geraken en verwijderd te worden bij deze als een slecht familiebedrijf bestuurde schijnvereniging. Serieuze toetsing van het beleid van het dagelijks bestuur vond nooit plaats, er werd ook geen kans toe gegeven. De verdeling van macht en middelen tussen de diverse partijorganen is zeer onevenwichtig. De partij-statuten worden zelden behoorlijk nageleefd en wie er wat van zegt, kan eigenlijk wel meteen z'n biezen pakken. Het hoofdbestuur is voor de leiding zodanig manipuleerbaar dat het dient als een soort inquisitieraad. Een lid of orgaan dat zich niet onderdanig afhankelijk gedraagt maar gewoon z'n werk doet, wordt doorgaans het functioneren belet. Werd de oude Centrumpartij door de heer Segers lam gelegd, de heer Janmaat bedient zich al jaren van soortgelijke methoden en brengt daarmee het voortbestaan van de gehele stroming in gevaar.

Naast het slechte interne bestuur is er ook naar politieke inhoud weinig vreugde aan de CD te beleven. Noch aan de nationale belangen vanuit een fundamentele stellingname, noch aan een centrumdemocratische sociaal-economische visie heeft de Kamerfractie zich iets gelegen laten liggen. Is er bekendheid bij het publiek over de opvattingen inzake volkshuisvesting, onderwijs of sociale zekerheid, om enige beleidsterreinen te noemen ? Er wordt de burger geen enkel inzicht gegeven waar de CD voor staat, behalve dat Nederland vol is. Laat staan dat deze begrijpt wat de maatschappelijke vooruitzichten zijn als de CD meer invloed zou kunnen krijgen. Misschien een extreemrechts beleid volgens Thatcher ? Terecht kon daardoor bij de kiezers het beeld van een overbodige, boer Koekoek-achtige partij ontstaan, waar men weinig boodschap meer aan heeft.

Ofschoon nog steeds gevonden wordt dat onze stroming door de CD in het parlement vertegenwoordigd zou zijn, is daar in de praktijk weinig van te merken. Uitgeblonken wordt er in afwezigheid; zijn ze ooit door de media betrapt op het bijwonen van een commissievergadering ? Door stemgedrag en optreden van de Janmaat-CD in de Tweede kamer lijkt het in de publieke opinie, of de nationaalgezinden, die allen over één kam worden geschoren, een soort uiterst rechtse, irritante vleugel van Bolkestein vormen die gemist kan worden als kiespijn. Dat nu is nooit de bedoeling geweest van de initiatiefnemers en werkers bij de oude Centrumpartij, en daarna van anderen die zich om idealistische redenen voor de stroming wilden inzetten. Om elk misverstand te vermijden: een nationaalbewuste, welwillend bestuurde vereniging van centrumdemocraten blijft zeer gewenst, ook een hervormde CD. Het is ronduit treurig dat de stroming er thans zo hachelijk voorstaat.

Hoezeer Nederland toch behoefte heeft aan een doelbewuster optredende oppositiebeweging, wordt ons dagelijks bijgebracht door de media, wanneer regering, parlement of gemeentebestuur weer geen of onvoldoende rekening houden met de belangen van ons land en volk. Zonder dat ons volk er ooit over geraadpleegd werd en zonder enige schroom, gaan de spraakmakende politieke partijen van 'paars' en van CDA tot Groenlinks op landelijk en plaatselijk niveau door met de steun aan het multicultureel maken van Nederland en met de aanpassing aan de Europese monetaire en politieke normen volgens het verdrag van Maastricht en van Amsterdam, alles ter meerdere eer en glorie van de heren Kok en Zalm, alles ongeacht lasten en kosten voor de burger. De neoliberale ideologie en fraseologie die erbij passen, kunnen niet verhullen dat op alle fronten door de autochtone burgerij ingeleverd moet worden ten behoeve van multicultuur, grootkapitaal en Europa. Het nationale belang en Uw belang als Nederlands burger tellen nauwelijks mee in de afwegingen van parlement en regering.

Veel Nederlanders rekenen zich onder 'paars' wel materiëel rijk door het 'poldermodel', maar dit belachelijk geprezen succes is goeddeels het gevolg van de explosief gestegen huizenprijzen. En wie veroorzaakte dit: de overheid, die door wettelijk bepaalde, fikse jaarlijkse huurstijgingen en door massale immigratie als garantie voor langdurige, forse schaarste op de woningmarkt de mensen dwingt om de gevraagde, buitensporige prijzen voor wonen, een soort superinflatie te betalen. Het poldermodel is niet los te zien van de schaarste op de woningmarkt en de explosie van de huur- en koopprijzen. De slechte keerzijde vol nadelen van het "succes" is vooralsnog voor de onfortuinlijke pechvogels en voor het nageslacht. En voor de meeste bezitters is het al bij al nog slechts een papieren rijkdom omdat alle kapitaalgoederen opgewaardeerd zijn. Als de huidige politieke gezagsdragers weer weg zijn, mag Nederland het gelag betalen en worden ook de nieuwe rijken zich de armoede om hen heen, het gebrek aan ruimte en de teloorgang aan leefbaarheid in dit land bewust. Bij het geroemde poldermodel zijn natuurlijk meer kanttekeningen te plaatsen over het gevoerde beleid van opeenvolgende regeringen.

Het is de hoogste tijd voor een duidelijk offensief tegen het neoliberale denken en doen. Ons volk zelf dat in getal nauwelijks groeit en in eigen land op veel plekken reeds in de minderheid gedrongen wordt, moet weloverwogen keuzes kunnen maken voor zijn verdere toekomst. Het nationaalgezinde politieke model biedt zo'n mogelijkheid voor andere keuzes. Maar dan moet in eigen gelederen het roer om, het gesprek geopend en de eendracht nagestreefd. Pas dan komt er weer politiek vooruitzicht voor onze stroming; anders blijft het ondankbaar morrelen in de marge.

De redactie

Terug naar Heemland 11., Ten geleide