HEEMLAND 05
UIT DE PROVINCIE
[Op 21 januari werd...........................................
.........................en er geen verplicht nummer van wil maken]
Vele tonnen aan subsidies worden door het provinciebestuur weggegeven in het
kader van positieve actie, emancipatiebeleid en sociale vernieuwing aan allerlei
projecten en instellingen ten dienste en ten gunste van allochtonen. In de
statencommissie culturele en sociale zaken wordt daarover nogal vaak
beraadslaagd. Naar de mening en de argumenten van CD-statenlid Mart Giesen wordt
waarschijnlijk wel geluisterd, maar er wordt hooguit zijdelings een opmerking
over gemaakt. Het gevolg is, dat een gevoel van vruchteloze getuigenis-aflegging
zonder veel weerklank blijft hangen. Vermeldenswaard is een vreemd voorval. In
de commissie was een levendige discussie gevoerd over het beleid van het college
van GS inzake positieve actie. Dit wil sterke druk leggen op de van
provinciewege gesubsidiëerde instellingen om te voldoen aan quota voor de
werkgelegenheid van allochtonen. Het college werd hierover in de commissie door
de eigen coalitiegenoot, de VVD, zwaar onder vuur genomen, hetgeen nieuw was
naast de kritiek van de CD. Het onderwerp werd evenwel op de statenvergadering
van 15 april verpakt onder de rubriek ‘mededelingen’, die gewoonlijk voor
kennisgeving zijn aan te nemen, in plaats van onder de rubriek
‘voorstellen’. De eerder kritische VVD-fractie bleek niet bereid om van deze
vreemde gang van zaken een discussiepunt te maken. Zekerheidshalve liet de
CD-fractie aantekenen tegen de mededelingen of voorstellen inzake positieve
actie te zijn. Waartoe modellen van positieve actie leiden, is genoegzaam
bekend: als ‘blanke’man’ hoef je niet meer te solliciteren op diverse
banen bij de overheid. Alsof dat geen vorm van negatieve discriminatie is?
Gezien de gebleken jounalistieke boycot in de regionale dagbladpers over deze
omstreden onderwerpen bij behandelingen in de statencommissie had het weinig zin
er in de statenvergadering nog ’s over te spreken. In de commissie worden best
behartenswaardige opmerkingen gemaakt. Op 22 october 1992 werd bijvoorbeeld ook
vergaderd over positieve actie en gesubsidiëerde instellingen.
Voor het voeren van positieve actie bestaat in wezen geen maatschappelijk
draagvlak. Zo er nog enig draagvlak is, dan neemt dit af. Er zijn daarentegen
andere breedgedragen maatschappelijke opvattingen, te weten, dat Nederland
Nederlands moet blijven, en dat Nederland er in de de allereerste plaats voor de
Nederlanders is.
De CD-fractie vindt, dat van overheidswege opgelegd positieve-actie-beleid leidt
tot aantasting van het recht van bedrijven en instellingen om een eigen
personeelsbeleid te voeren. Zogenaamd sociaal emancipatoire doelstellingen van
evenredige arbeidsdeelname van groepen kunnen haaks staan op doelstellingen als
behoud van de eigen bedrijfscultuur en –identiteit en behoud van de
nederlandse aard van organisaties, en ze staan haaks op de vrijheid van de
ondernemer of de instelling om er andere maatschappelijk opvattingen op na te
mogen houden.
Een terughoudende opstelling van de overheid ligt zeker voor de hand in deze
kwestie, niet in het minst omdat de overheid zich anders op een hellend vlak
begeeft. Oplegging door de overheid als zedenmeester van bepaalde normen en
waarden, die strijdig zijn met natuurlijk rechtsgevoel en met klassiek
vrijheidsrechten, worden ervaren als dwang en zelfs als een uitingsvorm van een
totalitaire staat.
Maatregelen van positieve actie met zulk een omstreden normatief karakter op
immaterieel, geestelijk gebied zijn anti-emancipatoir tegenover de eigen
bevolking. Ze zijn geestelijk onderdrukkend, naast materieel achterstellend.
Willen allochtonen zich emanciperen, dan is daar opzich niets tegen, maar dan niet ten koste van Nederlandse belangen. Bovendien behoeven allochtonen zich niet pas hier , maar liefst in hun eigen land te emanciperen. Vooral zich emanciperende allochtone vrouwen kunnen een mooie taak in het herkomstland vervullen.
Het op één hoop gooien van allochtonen, vrouwen en gehandicapten bij overheidsbeleid is verkeerd. Bij de werkgelegenheidsbevordering van vrouwen en allochtonen wordt onderscheid gemaakt naar groepskenmerken, die als zodanig niets met de geschiktheid of bekwaamheid voor bepaald werk te maken behoeven te hebben. Zulk een beleid geeft een voorkeurs- of voorrangsbehandeling aan leden van deze groepen, te weten vrouwen en allochtonen, ten koste van leden van andere groepen en is dus in essentie negatieve discriminatie.
Aangaande de werkgelegenheidsbevordering van gehandicapten, maar ook die
van langdurig werklozen, is er inderdaad sprake van een onderscheid naar een
persoonlijke situatie, die verband houdt met een vermindering van geschiktheid
of bekwaamheid tot werk. Hier is wel een duidelijke objectieve relatie tussen
kenmerk en verminderde kans op arbeid en is overheidshandelen verdedigbaar en
zelfs wenselijk. Iedereen, man of vrouw, blank of bruin kan arbeidsongeschikt
raken of langdurig werkloos worden. Speciale wettelijke maatregelen kunnen
arbeidsreďntegratie mogelijk maken en niemand zal zich hierdoor gediscrimineerd
achten.
Inzake vrouwen-emancipatie wordt vrij algemeen gevonden, dat die emancipatie
volledig voltooid is, enkele verstokte feministes daargelaten. De CD ziet dan
ook niets in een bevoordeling van overheidswege van vrouwen op de arbeidsmarkt.
Verhalen met bovengaande strekking heeft statenlid Giesen meermalen tijdens vergaderingen gehouden, zonder dat er enige weerklank bij andere fracties ontmoet werd. Alleen de fractie van de VVD blijkt [soms/ mg] gevoelig. {Zozeer zelfs dat in de commissievergadering van 24 juni ..............................................
...............................................................................................als collega-minister Pronk z'n zin krijg met z'n lust tot "verrijking van de samenleving"door stimuleren van nog veel meer immigratie]
Linda Gouderak
Heemland 05 (1993-2)
Terug naar thuisbladzijde Heemland